Sociaal en cultureel rapport 1974
(1974)– Sociaal en cultureel rapport 1974– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 229]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Bijlagen | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 231]
| |||||||||||||||||||||||||||||
AlgemeenHet rapport is gebaseerd op statistieken, onderzoekresultaten en redeneringen (‘inferences’). De opstellers gaan ver in hun interpretatie en schuwen normatieve uitspraken niet. Het terrein dat bestreken wordt, is opgebouwd aan de hand van 7 ‘key questions’. Interessant is het grote gewicht dat gehecht wordt aan de subjectieve beleving van de mensen, hetgeen waarschijnlijk verklaard dient te worden uit het feit dat het de Amerikanen materieel nog nooit zo naar den vleze is gegaan als nu, terwijl tegelijk nog nooit zoveel ‘onwelzijn’ werd gevoeld. Het Social Report lijkt in hoge mate beleidsrelevant, zij het op een hoog abstractie-niveau. Het stelt drastische veranderingen voor zonder de beleidsinstrumenten aan te geven. De advisering steunt overigens niet sterk op wetenschappelijke waarneming en verantwoorde verwerking daarvan. Veeleer op sociologisch inzicht, gezond verstand en progressieve (‘liberal’) opvattingen. Het geheel dient als een voorbeeld van hoe een sociaal rapport zou kunnen zijn; in veel landen wordt het (vooral naar indeling) als een richtsnoer aangehouden. | |||||||||||||||||||||||||||||
Inhoud:
| |||||||||||||||||||||||||||||
2 Social Indicators 1973Opgesteld door het Office of Management and Budget van the Executive Office of the President, Washington 1973 (258 pagina's). | |||||||||||||||||||||||||||||
AlgemeenDit is een uitwerking van de ideeën, ontwikkeld in Toward a Social Report. Het rapport gaat uit van de social concerns, al eerder gelanceerd in kringen van de O.E.C.D. Die social concerns zijn: good health, long life, freedom from crime and the fear of crime, sufficient education to take part in society and make the most of one's abilities, the opportunity to work at a job that is satisfying and rewarding, income sufficient to cover the necessities of life with opportunities for improving one's income, housing that's comfortable within a congenial environment, and time and opportunity for discretionary activities. Voor elk concern zijn gegevens bijeen gebracht die antwoord moeten geven op de impliciet gestelde vragen. Deze gegevens zijn verzameld aan de hand van twee criteria: zij moeten informeren over personen of gezinnen (dus niet over instellingen) en zij moeten informeren over doeleinden (bijv. de gezondheidstoestand van afzonderlijke mensen) en niet over de middelen (bijv. | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 232]
| |||||||||||||||||||||||||||||
aantal ziekenhuisbedden). Een groot gedeelte van het materiaal dat aan het rapport ten grondslag ligt (veelal persoonsenquêtes) is speciaal ten behoeve van ‘Social Indicators’ verzameld. De presentatie d.m.v. grafieken en overzichtelijke tabellen is helder. Er zijn grote afwijkingen van de ideeën van de opstellers van Toward a Social Report. Het is nl. zeer beschrijvend (niet adviserend of kritisch) en de gegevens zijn voornamelijk objectief. Het is de bedoeling dat de publikatie periodiek verschijnt en iedere keer verfijnd wordt, met subjectieve gegevens, causale analyses, prospects, en beleidsevaluatie. | |||||||||||||||||||||||||||||
Inhoud:
| |||||||||||||||||||||||||||||
3 Social Trends no 1 t/m 4 (1970-1973)A publication of the Governmental Statistical Service (± 240 pagina's), London 1970, 1971, 1972, 1973. | |||||||||||||||||||||||||||||
AlgemeenMen krijgt de indruk dat de pragmatiek overheerst heeft: men is vier jaar geleden ergens begonnen en hoopt kennelijk via een proces van ‘muddling through’ ergens te komen. De resultaten zijn bijzonder boeiend. Het rapport is duidelijk uit twee zeer verschillende typen bijdragen opgebouwd: een klassiek ‘statistisch zakboek’-gedeelte, begeleid door een voorzichtig ‘Social commentary’ van het Central Statistical Office zelf, en een aantal losse bijdragen van auteurs die wat verdergaande en meer speculatieve conclusies trekken. Dat laatste soms op grond van het gepubliceerde statistische materiaal, maar meest aan de hand van wetenschappelijke literatuur, eigen onderzoek e.d.. Het geheel houdt dus het midden (maar dit is te negatief geformuleerd!) tussen een wetenschappelijk tijdschrift en een statistisch zakboek. Het rapport is bestemd voor ‘policy makers and administrators at many levels rather than specialists, though the source references may help those who wish to explore a subject in greater depth in other publications’. De nadruk ligt eerder op tijdreeksen dan op presentatie op één tijdstip. | |||||||||||||||||||||||||||||
Inhoud van de vierde aflevering 1973Behalve het ‘Social commentary’ zijn 6 artikelen opgenomen:
Het grootste gedeelte van het report bevat statistieken (zoveel mogelijk op basis van de volkstelling 1971, soms op die van 1966) over:
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 233]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Het statistisch materiaal is opmerkelijk overzichtelijk gepresenteerd. Het ‘Social commentary’ gaat niet veel verder dan een verbalisering van wat uit de cijfers, zoals zij zijn gepresenteerd, blijkt. Een cohort-benadering wordt in het vooruitzicht gesteld. | |||||||||||||||||||||||||||||
4 Données SocialesOpgesteld door het Institut National de la Statistique et des Etudes Economiques (I.N.S.E.E.), - Parijs 1973. Zal verder periodiek verschijnen. (195 pagina's). | |||||||||||||||||||||||||||||
AlgemeenHet rapport is gebaseerd op statistieken, incidentele enquêtes en diepergaande onderzoekingen. Alles bij elkaar enigszins een heterogene verzameling aan materiaal. Twee dingen vallen op: de bekende Franse nadruk op demografische gegevens en het feit dat ‘sociale’ veel omvat wat in Nederland waarschijnlijk ‘economisch’ zou heten. Het rapport is in hoofdzaak een cijferpresentatie. Het commentaar is summier. | |||||||||||||||||||||||||||||
Inhoud:
| |||||||||||||||||||||||||||||
Ad. 1
| |||||||||||||||||||||||||||||
Ad 2Getracht wordt hier, waar mogelijk, steeds 3 punten aan de orde te stellen, nl.:
In feite toont het geheel aan dat de samenstelling van het consumptiepakket afhankelijk is niet alleen van het inkomen, maar ook van de sociaal-culturele kenmerken van de consument. Per sociaal-culturele groep vlakt de verzadigingscurve, in de tijd gemeten, op een ander niveau af. Zo'n werkwijze staat en valt met de bepaling van ‘sociaal-culturele groepen’; deze vallen in het rapport samen met een vijftal ‘beroepscategorieën’. | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 234]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Ter sprake komt:
| |||||||||||||||||||||||||||||
Ad 3Onder het opschrift ‘Sociale evenwicht’ worden beschreven:
Het is niet duidelijk welk evenwichtsbegrip aan dit deel ten grondslag ligt. | |||||||||||||||||||||||||||||
5 Whitepaper on National Life 1973. Life and its Quality in JapanOpgesteld door the Economic Planning Agency of the Japanese government. Tokio 1973 (259 pagina's). | |||||||||||||||||||||||||||||
AlgemeenAanleiding voor deze publikatie was het besef dat hoogte van het inkomen en omvang van de consumptie in Japan sterk gegroeid zijn, maar dat er iets mis is met onderwijs, huisvesting, milieu enz. Het rapport geeft veel cijfermateriaal en doet tal van normatieve uitspraken. Het bevat bijv. een aanval op de reclame-praktijken van het bedrijfsleven, evenals een veroordeling van het feit dat industrieën jaarlijks zoveel nieuwe modellen creëren van hun produkten, terwijl de oude nog goed functioneren. Het aantrekkelijke van dit rapport is dat de samenstellers iedere bron gebruiken die ze te pakken konden krijgen: officiële statistiek, onderzoekingen, gegevens uit jaarverslagen, objectief zowel als subjectief. Het rapport bevat tal van beleidssuggesties: sociale uitkeringen voor bepaalde groepen moeten hoger, bejaardenzorg zou uitgebreid dienen te worden, het onderwijs dient meer gelijke kansen voor iedereen te scheppen, de pensioengerechtigde leeftijd zou omhoog kunnen, enz. enz. De publikatie doet wat rommelig aan; voor niet-Japanners is een, op een aantal punten evenmin erg toegankelijke, Engelse vertaling beschikbaar, die bovendien onvolledig is (in de samenvatting is sprake van een deel III, dat in de studie niet voorkomt). | |||||||||||||||||||||||||||||
Inhoud:Part I: Current state of National Life and its Problems.
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 235]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Part II: Inflation and living.
| |||||||||||||||||||||||||||||
6 Gesellschaftliche Daten 1973Uitgave van het Bundesministerium für Arbeit und Sozialordnung, Bonn 1973 (258 pagina's). Dit is in de eerste plaats een statistisch zakboek, toegespitst op sociale verschijnselen. De publikatie bevat tal van subjectieve gegevens: bijv. tevredenheid met de arbeid, tevredenheid met de genoten opleiding, stijgingskansen, meningen over mechanisatie. Zij is ontworpen door een commissie van Planungsbeauftragten. | |||||||||||||||||||||||||||||
Indeling:
Elk onderwerp wordt behandeld met een reeks redelijk los van elkaar staande tabellen, met per reeks een summiere samenvattende tekst. | |||||||||||||||||||||||||||||
7 De Scandinavische landenDit jaar nog zal verschijnen het Social Survey 1974 van Noorwegen en een Sociaal Rapport van Zweden. Het Noorse rapport zal bijna dezelfde indeling hebben als het Amerikaanse ‘Social Indicators 1973’ met één verschil: Noorwegen heeft een hoofdstuk Social Services. De inhoud van de gelijke hoofdstukken verschilt wat, door verschil in nationale problemen. Zo besteedt Noorwegen onder Public Safety nogal wat aandacht aan openbare dronkenschap. Finland heeft tot nu toe sociale paragrafen in zijn economische rapporten verwerkt (bijv. Growth Prospects for the Finnish Economy up to 1980, Helsinki 1972) en hoopt binnen niet al te lange tijd te komen met een eigen rapport, waarvoor een ontwerp beschikbaar is, nl. Quality of Life, Social Goals and Measurements, samengesteld door het Economic Planning Centre te Helsinki. Deze publikatie bekijkt de aanwezige hoeveelheid informatie op de gebieden Health, Education, Physical Environment, Inequality, Housing en Working Conditions. | |||||||||||||||||||||||||||||
8 Perspective Canada, A Compendium of Social StatisticsOpgesteld door het Office of the Senior Adviser on Integration, Statistics Canada, Ottawa, July 1974 (321 pagina's). | |||||||||||||||||||||||||||||
AlgemeenHet gaat hier om een statistisch (jaar)boek met de nadruk op gegevens over sociale en culturele verschijnselen. Als leidraad voor de selectie van onderwerpen zijn terreinen gekozen, die algemene aandacht hebben. Gegevens per terrein zijn gebaseerd op statistieken en incidentele onderzoekingen. De bronnen, en voor | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 236]
| |||||||||||||||||||||||||||||
geïnteresseerden ‘further reading’, worden uitvoerig apart vermeld. Alhoewel de nadruk ligt op situatiebeschrijvingen zijn ook gegevens opgenomen over beleidsmiddelen (manpower, kosten etc.). Men krijgt de indruk, dat zoveel mogelijk beschikbaar materiaal is opgenomen. De presentatie door middel van tabellen en grafieken is helder. Elk onderwerp wordt ingeleid door een korte samenvatting en evaluatie van het materiaal met vermelding van lacunes daarin. | |||||||||||||||||||||||||||||
Inhoud:
|
|