dacht,) zoude zy mogelyk het agterste te vooren verhaalen, en een Schryver die op zulke losse Vertellingen iets op het papier stelde, liep gevaar om een zeer verwarde Historie in het licht te brenge.
Doch het bleek van agtere, dat ik al te geringe gedachten van die drie Menschen by my zelve geformeerd had, want niet alleen dat zy een Dagverhaal hadde, de helft grooter als dat van Commandeur Marten Jansen is, maar zelfs bevond ik (na myn oordeel) dat de oudste dier drie Mannen, namentlyk Harmen Hendrik Kreuger, voor een Sestig Jaarige Grysaart, die zo veel ongemakken uitgestaan had, des niettegenstaande een sterk geheugen bezat, en alhoewel éénvoudig zonder Kunstwoorden, zeer ordentelyk zyn Verhaal, betreffende de rampen, zo van hem als zyn Medemakkers, verstaanbaar en op een goede order wist voort te brengen.
Dit bewoog my, om den Oude Man, die my reeds zyn Arremoede, niet alleen door het verlies van al wat hy in de Waereld van Kleederen bezat, verhaald had, maar zich daar en boove zonder een Duit-geld bevond, en niets te goed hebbende, in een naare toestant was, als geen meer bezittende dan die Wildemans Kleederen, van de Vellen van Zeehonden gemaakt, die zy over hun naakte lichaamen aan hadden, veel minder dat hy als een getrouw Echt-genoot, en een liefderyke Vader, zyn te huis zynde Ziels-bedroefde Vrouw, en nog vyf Kinderen iets kon overzenden, tot Soulaas der armoedige toestant waar in zy vervallen zyn, door het ongeluk der Vader en Zoon.
Ik herzeg, dit bewoog my aan den Ouden Man, en deszelfs Zoon Harmen Hendrik Kreuger Junior. Als ook hunne Meedemakker Carge Cuulce, waar van de eerste 20, en de andere 19 Jaaren oud is, te vraagen, wat zy nu voorneemens waaren met hun Journaal te doen? daar de Oude Man my op antwoorden, dat hy het by een Boekdrukker wilde brenge, met verzoek of die het wilde Drukken, ik vraagde hem daar op, of hy het dan maar zo wild weggeeven? zyn Antwoord was, ja willen zy my wat geeven, zo zal ik het in dank aanneemen.