Sic. Jaargang 8(1993)– [tijdschrift] Sic– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 20] [p. 20] Het herderinnetje Ik trof in 't bos een herderinnetje, zo mooi dat zij de sterren deed vervagen. Onder haar blondgekrulde lokken vlijde zich liefde op haar wangen roze en jong. Ze had een stok waarmee ze schaapjes weidde en blootsvoets door 't bedauwde gras heen sprong, terwijl ze een verliefd refreintje zong en overliep van schoonheid en behagen. Vriendelijk groetend vroeg ik haar meteen of ze in dat bos gezelschap had of niet. Ze lachte dat ze moederziel alleen haar kudde op dat plekje grazen liet en steeds bij 't horen van een vogellied diep in haar hart de liefde voelde knagen. Toen zij me in dat geheim had ingewijd en ik alom de vogels hoorde kwelen, dacht ik blij en verheugd: 't Is nu de tijd om met dit herderinnetje te spelen! Ik vroeg haar teder of ik haar mocht strelen en kussend in mijn armen rond mocht dragen. [pagina 21] [p. 21] Zij reikte mij de hand met zachte schroom (ze had haar hart, zei ze, aan mij geschonken) en bracht mij in de schaduw van een boom, waar ik omringd door bloemen minnedronken in zo'n intens genot werd vastgeklonken dat Liefde mij daar zelf leek te belagen. * Guido Cavalcanti Vertaling: Frans van Dooren Vorige Volgende