Sic. Jaargang 8(1993)– [tijdschrift] Sic– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] Een voorschot op de lente (aan Frank Berbée) We namen afscheid, gistermiddernacht, Onze armen gingen heen en weer, Zwaaiend aan de lier, Zacht zoemend: ‘Tot ziens meneer’. Jij vijlde je nagels richting Amsterdam, Mijn trein knerste naar de andere kant. Ik fietste, kromme trapper, Naar de ladder van mijn boomhut, Jij op je fonkelnieuwe Zoemdap, langs de grachten. Thuis aangekomen, Electrisch en geluidloos opgetild, Legde jij je hoofd te rusten, Dat ging dromen, Liggend op een slof tabak. Terwijl ik, met mijn kop in de vullisbak.... Het is niet eerlijk, Franco, Maar gelukkig: je belde me op, ‘Neem een voorschot op de lente’, zei je kort. * Jozef van Rossum Vorige Volgende