Over de liefde en het leven
Een fragment uit het werk van Michel de Montaigne
andré beks en louise van gestel
Met de Essays van Montaigne onder je hoofdkussen ben je van een goede nachtrust verzekerd. Want mocht je wakker worden, dan biedt elke bladzijde verstrooiing of een glimlach.
Montaigne werd in 1533 in Zuid-Frankrijk geboren, niet ver van Bordeaux. Niets was zijn vader te veel om hem een goede ontwikkeling mee te geven. Maar nog geen vijf jaar na 's mans dood hield zoon Michel zijn baan bij de rechterlijke macht voor gezien en installeerde hij zich in een toren van zijn kasteel, dichtbij de toegangspoort om het contact met het gewone leven niet te verliezen. Hij was zojuist 38 jaar geworden, in onze ogen rijkelijk jong om de pijp aan Maarten te geven, maar in die dagen een leeftijd waarop men de naderende dood onder ogen moest zien.
Hij had zich met bijna duizend boeken omringd en dat was geen kleine collectie voor die tijd. Toch hield hij niet van langdurig lezen. Hij bladerde liever en las zelden meer dan tien bladzijden achter elkaar. Pakkende fragmenten werden genoteerd en zijn Essays zijn dan ook doorspekt met Latijnse spreuken en citaten.
De milde toon maakt dat zijn werk nooit tegenstaat hoe zeer hij ook uitwijdt of afdwaalt. Hij spreekt zichzelf veelvuldig tegen maar dat deert hem niet, want tegenstrijdigheid in woord en daad vindt hij een kenmerk van het menselijk bedrijf.
Montaigne plaatst zichzelf in het middelpunt van zijn werk: huwelijk, liefde, ouderdom, ziekte, over alles geeft hij zijn mening of herschrijft hij zijn ervaringen. En soms voelt men zich als lezer wat ongemakkelijk, een beetje beschaamd zelfs door zijn ontwapenende eerlijkheid. Tien jaar mocht hij van zijn zelfverkozen rust genieten. Want toen hij tegen de vijftig liep en een rondgang maakte langs Europese kuuroorden om van zijn tergende nierstenen verlost te raken, ontving hij in Rome het bericht dat hij benoemd was tot burgemeester van Bordeaux. Waarschijnlijk als piëteit