Sic. Jaargang 4
(1989)– [tijdschrift] Sic– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 35]
| |
Guignol's Band II
| |
[pagina 36]
| |
‘China! China!’ riep ie dringend. Iedereen grinniken allicht... Net wat ie wil, hij glipt erdoorheen... ‘The fool! The fool!’ Ze vinden 'm geschift. Ik hol met 'm mee, en dan staan we binnen, op het tapijt, echt een schitterende antichambre! Heel bedaard vegen we onze voeten... Grote schilderijen, oude tapisserieën... ik ben kenner... 't Is een pracht van een tent... Nog meer bediendes komen eraan, duiken op... Die moeten ons zeker weer de massa in drijven!... Sosthène brandt meteen tegen ze los... ‘War office! Oeáár Office! Mask! Mask!’ Hij maakt grimassen, hij speelt de baas, ze kijken naar 'm, ze durven niet goed. Ze staan aan de grond genageld voor die Chinees. Met z'n allen draaien ze om z'n jurk heen, om es te kijken naar z'n borduursels, z'n achterste vooral... Hij laat ze z'n draak zien... mooi blauw en geel, vuurspuwend! Hij heeft meteen succes! ‘Speak english!’ zegt ie tegen me, ‘speak english!’ Hij wil dat ik een verhaal afsteek. Maar dat hoeft niet... opeens 'n heel jong meisje... 'n meiske... en móói, 'n schatje!... 'n blondje, 'n hartedief... ik ben meteen vol bewondering... ah! betoverend!... ik sta door de bliksem getroffen!... Ah! straalverliefd!... Ah! Die mooie blauwe ogen!... Die glimlach!.. wat 'n beeldje ik aanbid haar!... Naar die lulhannes luister ik niet meer!... Ik luister naar niets meer, ik sta stokstil, ik kan geen woord uitbrengen... Als ik niet die afschuwelijke lorren aan had!... schaamte bevangt me... als ik 'n klein beetje geschoren was... als ik er niet zo bedonderd aan toe was... dan zou ik 'r meteen zeggen wat ze me doet... 'n tovereffect... Nee! ik zou 't haar niet zeggen... ik zou me gewoon rustig houden... ontroerd... kwijlend... ongelukkig... Ah! wat voel ik 'n vreugde!... ik durf niet meer!... Ah! wat is ze mooi!... De bediendes zijn stomverbaasd... Ze stonden vast te wachten op d'r baas... ze vertrekken, ze laten ons... daar staan we met z'n tweeën voor het meiske... we weten niet meer wat te doen... Hoe oud is ze?... twaalf... dertien jaar misschien... volgens mij... ik denk 't... en die kuiten!... met dat korte rokje... wat een gratie... wat een prachtige benen... van die gouden gespierde!... ze is vast sportief... zoiets hakt 'r altijd in bij mij... Zo zie ik ze en niet anders, de feeën, in korte rokjes!... 't Is een fee!... Die gruwelijke Sosthène staat spottend te loeren... hij geeft me knipoogjes... Hij zou alleen op z'n knieën naar d'r mogen kijken! in 't stof om genade vragen! ‘Uncle! Uncle! Oom!’ ze praat zelfs!... ze roept haar oom! Wat een stem! wat 'n kristal!... Ah! Ik ben straalverliefd! Sosthène geeft me weer 'n knipoog, ze merkt 't!... Zou je 'm niet! ‘Goedzo! Goedzo!... fluistert ie tegen me. De boef! ‘The Colonel is coming!’ Hij wordt aangekondigd. | |
[pagina 37]
| |
Daar is de kolonel. ‘Virginia!... Virginia!...’ Hij komt op ons af. Hij praat tegen zijn nicht. Ah! ze heet Virginia.. Wat is dat mooi Virginia! Het is 'n dikzak die kolonel, nogal opgeblazen, zo ingezakt en wel lijkt ie niet op mijn des Entrayes!Ga naar eindnoot* hij heeft een dik achterwerk, een klein koppetje, net 'n bal in z'n kamerjas, kleine priemoogjes, trekt grimassen, heeft 'n voortdurende tic, van de ene wang naar de andere, dwars door z'n neus, hij knabbelt, 'n konijnetic... kale knikker... glimmend... Hij heeft een traanoog... eentje... Hij veegt 'm af met één vinger. Hij neemt Sosthène op. Hij kijkt streng naar Virginia. ‘Wat doen die hier?’ vraagt ie haar. In 't Engels hoor ik. Onmiddellijk grijp ik in. ‘The War Office!’ kondig ik vastberaden aan. Wat 'n lef!... Ik neem alles op me! Ik voeg eraan toe: ‘The engeneer speaks only french!...’ Ik wijs naar Sosthène Rodiencourt. ‘Oh! Oh! but it's a Chinaman,’ hij is verbaasd. Het is een Chinees! Opeens heeft ie er plezier in! van top tot teen bekijkt ie 'm, die vogel. Sosthène ontvouwt ter plekke z'n plattegronden... z'n rollen... hij diept uit z'n mooie gele jurk nog allerlei paperassen op... Ah! hij begint 't vermakelijk te vinden die lastige kolonel... Hij laat Sosthène doorsnateren, hij maakt zelfs aanmoedigende gebaren. Hij neemt ons mee naar de salon als ware gasten. Hij gaat ons voor... Ik durf niet te gaan zitten... dan durf ik toch... Wat 'n fauteuils jeminee! Ik zak weg! Bedwelmende monsters! sponzige kolossen! slome schroom opgeslorpt!... Sosthène kletst maar door, hij slooft zich uit in het midden van de kamer, hij is niet gaan zitten rusten niks... hij gesticuleert, oreert, spuugt spetters... Hij zwaait met de Times nu, de advertentiepagina... ‘Begrijpt u me, kolonel? Uw aanbod, da's 'n kolfje naar m'n hand! Dus u doet 't? Niemand beter dan ik! Ikke! Ik!’ Hij heeft 't alleen over zichzelf. Hij slaat zich op de borst en hard ook. Hij is bang dat je niet wordt begrepen! Dan loopt ie naar het raam, hij wijst de kolonel op al die mensen! die hele trappelende massa daar beneden... trottoiren vol... Dat moet uit zijn vindt ie! Ah! nee, laat dat duidelijk zijn! Hij duldt geen concurrentie! ‘Ah! Kolonel dan niet! Ik zeg het u eerlijk! al die mensen moeten weg! dat kan zo niet blijven!’ Nee echt dan vertrekt ie liever!... ‘Ik of helemaal niets, beste vriend! Vooruit we gaan!...’ Hij troont me mee.. Z'n eer te na! Iedereen lacht, zelfs de bediendes... ze hangen allemaal aan de slippen van z'n jas... ‘No! No! Sit Sir!’ Hij heeft gewonnen... Hij is té grappig!... | |
[pagina 38]
| |
De kolonel wil nog wel meer lachen, hij laat 'm heen en weer rennen, op en neer... z'n hoed afnemen, opzetten... Allemaal in de salon... Een komedie! De kleine aanbiddelijke Virginia amuseert zich net als de rest, maar ze wil niet dat ze 'm pesten, dat ie voor joker staat! ‘Sit down Sir! Sit down!’ Ze nodigt hem uit te gaan zitten. Ah! maar dat wou oom niet! die wou de hele vertoning met jurk, draak, alles. Sosthène merkt niets... hij draaide z'n hele verhaal af, al galopperend, terwijl ie de clown uithing... z'n heldendaden in India, z'n ontdekte... weer verloren schatten... z'n ellende met de Gem Co... en nog veel meer... al paraderend en wel... zijn technische vernieuwingen, een ware revolutie in de elektrofugale overdracht... hoeveel de wetenschap niet aan hem te danken had... zijn oscillatie-retort nota bene speciaal voor gassen, zijn detector tot op één miljoenste nauwkeurig... wat ie niet allemaal aan patenten had genomen, in Berlijn, al in 1902! wat ze 'm allemaal hadden afgepakt... ‘Drinks!’ commandeert de kolonel. Een huisknecht snelt haastig toe, knipmesbuigend... met een hele drankkast aan flessen, flacons, whisky, cognac, champagne, sherry... Hij schenkt zich een glas in de kolonel en dan nummer twee en drie... Hij drinkt in z'n eentje... Nog een!... ‘Bwààh!!’ roept ie telkens... Sterk spul. Hij laat zich achterover vallen in de diepe fauteuil, de Oooh!... en Aaah's! zijn niet van de lucht... hij schuddebuikt... hij heeft een grote lol... hij knikt goedkeurend naar Sosthène... hij vindt 'm grappig. Ik zou wel door de grond willen, vooral met die kleine meid erbij! Nou staat ie weer naar me te knipogen. Ik wou dat ie zich beter gedroeg... Ach hou toch op droogkloot! Hij is in topvorm! ‘Zonder me op de borst te slaan, kolonel, maar ik ben precies de man die u nodig had?... U zult dik tevreden zijn!...’ Ha! Ha! da's nog es 'n vrolijke boel, 't kan niet op! De kolonel is dik tevreden! Hij kletst zich op z'n dijen, hij is in een opperbest humeur. Sosthène daar midden in de salon grijpt z'n kans... hij doet z'n demonstratie nog es dunnetjes over... De bediendes zullen er wel geen moer van snappen... 'n clown, meer niet! Om de twee woorden wordt ie onderbroken door gelach... hij is blij met z'n succes... Uitstekende rol!... De kolonel biedt 'm iets te drinken aan... hij neemt geen drank! Voor hem een soda! doodgewone soda! Ik ga even kijken hoe 't op straat is... de kandidaten staan er nog steeds... Een hele massa... en 't is nog lang niet afgelopen... d'r komen er steeds meer bij... Die advertentie heeft belangstelling gewekt... Ze hebben allemaal de Times op hun kop gezet!... Het regent nu, het giet... iemand zou ze moeten wegsturen, er zou opgetreden moeten worden... de kolonel treedt helemaal niet op... Hij is nog bezig met Sosthène... Ik vraag me af of ie Frans verstaat. Hij slaat nog een glas whisky achterover! Aoooh!... hij briest recht de kamer in. Zeker flink z'n bek gebrand... In elk geval schopt ie ons 'r nog steeds niet uit! Da's 't belang- | |
[pagina 39]
| |
rijkste! Ik zit 'm te knijpen... Wat 'n ellende dat Sostène er zo op los blaft... zo'n kabaal maakt... Ik wou dat ik 'n héél klein muisje was... zou ik daar voorgoed in 'n holletje blijven zitten!... Intussen gaat 't steeds harder regenen!... 't hoost echt tegen de ramen... Kleddernat worden ze die kandidaten!... Er stijgt gemor op uit de massa... Nu wordt 't toch pijnlijk... De kolonel stoort 't niet... Hij klapt in z'n handen... De lakeien snellen toe, brengen nog meer dienbladen, een compleet gedekte tafel... met niets dan hapjes, proviand!... wat een uitstalling van heerlijkheden!... wat een zaligheid!... ik kwijl ervan! schuim op de bek! Ah! ik word duizelig!... Rillettes! ansjovis! allerlei soorten ham! beef! gorgonzola's! hele massa's bij de vleet!... Ah! wat een feeërieke keur!... en dan moet je net zo'n honger hebben! bergen boter!... kleine kluiten hele grote! Ah! ik zie wazig! Ah! ik zie dubbel! alles driedubbel! Sosthène voor me wankelt, richt zich op, staat een moment op 't puntje van z'n tenen, tussen hemel en aarde... en ploff! stort zich op het dienblad... met handen en voeten! plat op z'n buik! hij schranst! schrokt alles op!... Je reinste vreetzak! nog knorrend ook!... Afschuwelijk om te zien... Ik weet niet waar ik moet kijken... Hij zegt nog steeds geen woord... De kolonel is dik tevreden!... Hij neemt 't helemaal niet verkeerd op! We hebben 't bij hem gemaakt! Helemaal zelfs!... Ah! wat moet híj lachen!... Hij bukt zich om Sosthène zelf vol te stoppen!... Hij kiept de ene na de andere schotel in hem om!... worstjes... rillette! méér! en nóg meer! hij propt 'm z'n hele mond vol... De ander weet van geen ophouden... wil steeds meer... Ah! fraaie boel met dat kleine meisje erbij!... Je reinste hond die Chinees van me! gulzig, het hele tapijt afslobberend! Wat een vertoning!... Hij biedt mij ook kip aan die kolonel O'Collogham, maar daar ga ik niet voor op m'n handen en voeten!... terwijl ik toch ook flinke honger heb!... honger om van te duizelen! tegen de vlakte te gaan! Maar ik zet me schrap! Nergens zal ik aankomen! of 't nou liggend is, zittend of staand! Nooit wil ik meer eten waar zij bij is m'n schat! m'n bovenaardse! m'n ziel! m'n droom!... ik krijg hartkloppingen! ik beef!... verstijfd sta ik!... van hartstocht!... van bedwelmende vreugde... straalverliefd. Nee nooit zal ik meer eten! Ik hou van haar! Ik hou te veel van haar! Kauwen waar zij bij is? Schrokken zoals die vent! Hoe durft ie 't zwijn!... Al sterf ik eraan!... voor haar wil ik sterven!... van de honger! maar, o godin van me, m'n ziel! nu biedt zij me een sandwich aan... twee... drie... kan ik nee tegen haar zeggen? ze noodt me... ze glimlacht tegen me... Ik bezwijk... ik heb geen kracht... ik bezwijk!... Ah! ik geef me gewonnen!... ik slik!... ik schrans mee!... De kolonel feliciteert ons... ik ben getroffen, ik geef me gewonnen... We verslinden alle vier z'n dienbladen!... we gaan er met z'n allen vrolijk tegenaan. ‘Bravo boys! bravo!’ Hij is blij dat we niets overlaten... Ha! ja, nou is ie dikke vrienden! nu we eer bewijzen aan z'n sandwiches! aan z'n lamsbout! aan z'n kaviaar! aan z'n lekkernijen, z'n ijstaart! 'n schitterende frutti!... we maken 't soldaat!... Sosthène is duidelijk 't gulzigst!... Hij slaat voor minstens een maand in!... Zodra ie op- | |
[pagina 40]
| |
houdt met schransen, hup! kletst ie er weer op los! snoeven! vooruit met de wilde verhalen!... bij elke hap doet ie 'r 'n schep bovenop... 'n hele bink! en brallen!... niet te stuiten over hoe steengoed ie niet is! hij fantaseert erop los... werkt zich op tot een wereldwonder!... Weer een andere episode!... hoe ie dit of dat heeft uitgevonden!... z'n grote spectroscopische spiegel voor het opsporen van gasuitwasemingen... patent Liverpool! Het wiegt de kolonel in slaap denk ik... hij knikkebolt in zijn fauteil... hij gaapt zachtjes achter z'n hand... Ah! nu durf ik een blik te werpen op dat meiske, dat kersverse wonder... Grote God wat is ze mooi!... Wat een engel!... wat een gracieuze lieflijkheid!... En dan dat schattige schalkse... Ik maak stiekem een gebaar naar haar dat Sosthène wel erg veel praat!... da's al heel brutaal van me... Ze gebaart terug... ze is erg aardig... ‘Laat 'm maar!... oom valt in slaap...’ Inderdaad, oom dut in... Ik heb 't ook, m'n ogen knipperen... Ik kan echt niet meer!... Sosthène praat maar door... kon ik maar wakker blijven... Naar Virginia kijken... voor altijd naar haar kijken!... haar aanbidden... maar m'n oogleden willen niet meer... m'n ogen zijn zwaar, ze branden... Ah! ik kan niet zo aardig zijn... zelfs niet opgewekt... zelfs niet grappig... haar laten lachen zoals die joker daar... ik kan alleen nog maar vanbinnen voelen... hoe m'n hart klopt... ik ben zwaar... ik heb overal lood... op m'n ogen, in m'n hoofd... Ben vleugellam, 'n schot hagel... Ah! ik bezwijk... Ik ben helemaal van lood... m'n hele lichaam... Alleen m'n hart is licht... dat klopt overal... Ik slaap zo in, hoofd in de handen, ellebogen op de knieën... 't Is eerder dat ik te zwak ben... als ik nou maar niet waar dat meiske bij is... maar ik bezwijk... ik bezwijk... Ah! ik wil per se niet snurken!... Daar is ze vlak voor ons Virginia... Wat is het heerlijk in die salon!... ik slaap maar half!... ik dommel... ik wil niet dat ze me ziet slapen... ik hoor 'm maar doorzeiken... ‘Kolonel dit... Kolonel dat...’ Houdt ie nooit op!... die klotestem van 'm wiegt me... wiegt me... ik weet niet meer wat ie zegt.
Vertaling: Frans van Woerden |
|