de bevelen geeft. Er worden niet alleen boeken, maar ook bijeenkomsten verboden. Is er ergens nog ruimte om met elkaar te communiceren of elkaar te ontmoeten zonder potentieel gevaar te lopen?
Enkele, naar ik meen veelzeggende, voorbeelden uit Argentinië: het decreet dat de publikatie verbiedt van reportages over wat er op straat gebeurt, en van ‘meningen van niet-deskundigen’, waar het ook over gaat; of de wettelijke bepaling dat iemand die op de voorgevel van zijn huis geschilderde leuzen niet binnen vierentwintig uur verwijdert, veroordeeld wordt tot zes jaar gevangenisstraf. Volgens de doctrine van de nationale veiligheid is hij de vijand het volk.
Het drama van de ballingschap is ook niet het privilege van een klein aantal intellectuelen en politieke militanten. Ik denk bijvoorbeeld aan de vele Uruguayaanse emigranten die de laatste tien jaar door de economische crisis naar het buitenland zijn verdreven. Naar de voorzichtigste schattingen hebben niet minder dan een half miljoen Uruguayanen het vertrouwde vaderland verlaten om in vreemde streken op zoek te gaan naar het dagelijks brood dat hen in het eigen vruchtbare, maar paradoxaal genoeg dunbevolkte land ontzegd werd. Ook zij zijn bannelingen, ook zij ondergaan een niet uit vrije wil gekozen lot, en geloof maar dat het leven van zo'n balling niet over rozen gaat: hij moet zich in leven houden door keihard te werken, met zijn blote handen, in een land met een andere geschiedenis en een andere manier van leven en praten. Het algemene weerspreekt het bijzondere niet. Het maakt het alleen makkelijker het te plaatsen. In ballingschap zijn er schrijvers, maar ook metselaars en bankwerkers.
De prijs die betaald moet worden is in vergelijking niet zo hoog. Zeker niet in vergelijking met het lot dat enkele andere schrijvers in het vaderland beschoren was. Om te illustreren dat de ballingschap van schrijvers minder dramatisch is dan het lijkt volsta ik met enkele voorbeelden, die ik nog vers in het geheugen heb, uit Argentinië en Uruguay, om dicht bij huis te blijven: de dichter Paco Urondo, doodgeschoten; de schrijvers Haroldo Conti en Rodolfo Walsh en de journalist Julio Castro, opgelost in de sinistere nevelen van de verdwijning; de toneelschrijver Mario Rosencof, kapotgemarteld en nu achter de tralies aan het wegrotten.
Als je het geluk zou hebben te kunnen ontkomen aan de martelingen, de gevangenis of het graf: wat zou dan het alternatief voor verbanning zijn? Tenminste in het Rio de la Plata gebied in de huidige situatie? Om te overleven zouden we moeten verstommen, bannelingen in eigen land moeten worden, maar ballingschap binnen de eigen muren is altijd een zwaarder en zinlozer beproeving dan elke ballingschap daarbuiten.
En dan heb ik het nog niet eens over