[Nummer 3]
Voorwoord
Schrijven in een andere cultuur. Wat betekent het om als banneling te leven en te schrijven in een vreemde cultuur, dikwijls in een vreemde taal? Deze en andere vragen liggen ten grondslag aan dit themanummer dat SIC in samenwerking met Novib samenstelde mede ter gelegenheid van het op 11 juni door COS en Novib in Tilburg georganiseerde Derde Wereldfestival.
Ballingschap is niet alleen een kwaadaardig maar ook veelkoppig monster, zoals blijkt uit de vele bijdragen van bekende binnen- en buitenlandse schrijvers die de redactie voor dit themanummer selecteerde. Niet alleen kan er de feitelijke verbanning of vlucht uit een land met op onderdrukking gericht politiek systeem onder worden verstaan, zoals dat uit de bijdragen van Eduardo Galeano, Jana Beranová en Buchi Emecheta naar voren komt, maar ook de gedwongen afzondering of uitsluiting door systemen die zich minder eenvoudig laten duiden of omschrijven. Een balling is niet noodzakelijk een politieke vluchteling. Op indringende wijze getuigen Zhang Jie, Astrid Roemer en Koos van Zomeren van hun uitgestoten-zijn, en een onmogelijk verlangen dat steeds aangewakkerd wordt door onbereikbaarheid van een overdrachtelijke ideale plaats. Temidden van de vele schakeringen van de persoonlijke beleving van verschillende vormen van ballingschap doemen onderdrukking en gevoelens van vervreemding en onmacht als de constante factoren op. In deze zin is ballingschapsliteratuur over de gehele wereld hetzelfde. In het verlengde hiervan dient men ook de behandeling van het fenomeen ‘schrijven in een andere cultuur’ in de onderscheiden bijdragen te beschouwen. De ervaring van de vreemde gast-cultuur wordt in verregaande mate bepaald door de identiteit van balling. Dat de onvrijwillige confrontatie een rijke inspiratiebron kan betekenen wordt onomstotelijk bewezen door de bijdrage van Leo Serrano en Frank Lopulalan.
In dit nummer is gepoogd om het thema ‘Schrijven in een andere cultuur’ zo breed mogelijk te benaderen. Niet alleen heeft de redactie bij de keuze een zo groot mogelijke mondiale spreiding voorgestaan (in dit nummer zijn bijdragen van schrijvers uit Latijns- Amerika, Afrika, Azië en Oost- en West-Europa opgenomen) maar ook een afwisseling tussen schrijvers en schrijfsters, proza- en essayistische bijdragen. Wij hopen dat door deze aanpak een geschakeerd beeld wordt gegeven van het dikwijls tragische kunstenaarschap van de schrijver in ballingschap.
De redactie