‘Nee,’ zei ik. ‘Tegenwoordig ligt dat anders. Er zijn chirurgen in het ziekenhuis van het Vaticaan die je door een eenvoudige operatie heilig kunnen laten worden. Dat las ik pas geleden in de St. Bernardus-bode. Ja, nu herinner ik het me.’
Anton's ogen lichtten vrolijk op, hij sloeg me joviaal op de schouders en zei, dat ik een slimme christen was, die met zijn tijd meeging. Zijn complimenten brachten me in verlegenheid en even twijfelde ik aan de wonderlijke uitwerking van de wijwater-kuur. Anton was zo enthousiast dat ik besloot mijn mond te houden.
Die avond gingen we een uur eerder naar bed.
‘Hoeven jullie de Texas Rangers op de Belg niet te zien?’, vroeg mijn moeder.
‘Nee,’ zei ik. ‘Morgenvroeg is er een speciale Maria-mis, die we van pater Smoels moeten bezoeken. Er worden blauwe tulpen uitgedeeld en het meisjeskoor van de Stella Marisschool zal zingen.’
Ze zuchtte en kuste ons welterusten. Toen we de trap opliepen, hoorden we dat zich een twistgesprek tussen mijn ouders ontspon.
‘Wat zou er zijn?’, vroeg Anton.
‘Waarschijnlijk zijn ze ongerust. Ma wil niet dat we later in een klooster gaan. Het schijnt dat het slecht verdient.’
‘En je mag niet trouwen!’, zei mijn broer.
‘O, ja,’ aarzelde ik. ‘Dat is zo.’
Ik vond het celibaat een pijnlijk onderwerp. Soms kon ik 's nachts de slaap niet vatten en zag ik mezelf vereenzaamd wegkwijnen in een kale kloostercel waar geen sprankje licht binnendrong. Troosteloos en bang werd ik ervan.
‘Als we zelf een Maria-orde oprichten, met eigen regels en kledingvoorschriften, kunnen we doen wat we willen,’ zei ik toen ik me uitkleedde en Anton de wijwaterfles ontkurkte. Als in een visioen doemde er voor mijn geestesoog een luxe buitenhuis op, gelegen in een arcadisch landschap, dat verdacht veel leek op de streek rond het Lago Maggiore waar we ooit op vakantie waren geweest. In een lusthof flaneerden de leden van de Maria-orde. De vrouwen droegen fleurige zomerjurken die door een zacht briesje werden bewogen. Ze waren zonder uitzondering lieftallig en mooi. De mannelijke leden van de congregatie speelden jeu de boules, dronken wijn en luierden in het gras. Ze droegen allemaal safari-pakken zoals de stoere kerels in de bioscoopreclame voor Lange Hunter-sigaretten.
‘Ik heb net een visioen gehad,’ zei ik. ‘Als je lid bent van de Maria-orde is het verboden te trouwen. Je moet elke dag een andere non beminnen. Dat staat in de wetboeken opgetekend.’
‘Logisch,’ zei Mark. ‘Anders krijg je ruzie.’
‘De erediensten vinden in bed plaats,’ vervolgde ik. ‘Na het Lof zijn er Oefeningen van Berouw en trainingen in het toedienen van de Onbevlekte Ontvangenis. Wie niet meedoet, wordt geslagen. Dat is noodzakelijk.’
‘Zou je denken?’, vroeg hij.
Ik knikte en begon mijn klamme lichaam met wijwater in te smeren. Het voelde