Sic. Jaargang 3(1988)– [tijdschrift] Sic– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten job degenaar Ierse notities Bij een monniksgraf op Great Skellig In iets wat altijd was, alles overleeft, daar moet god in wonen, dacht je en je voelde je geen balling meer in je bijenkorf van steen Omringd door je gelijken, door water dat maar stroomde en 't luidruchtig verkeer van meeuwen, kwam er een vreemde kalmte over je, zo hevig verstenen wilde je als de wind joeg over je cel, de stenen grond waarin je liggen zou [pagina 23] [p. 23] Het Ierse schaap Langs de drooggevallen baai weerkaatst de weg het morgengrijs een kraai trekt aan de wondkorst van de dag Iemand vraagt hoe laat het is: ‘Someone’ ruist de wind, ‘is getting married, another will be buried’ We zien nog hoe de baai begint te stromen, hoe zij decor en figuranten aanpast maar alles lijkt opeens herinnering. Vertraagd beweegt een meeuw zich tot hij roerloos hangen blijft ‘De tijd hebben we opgeborgen’ zwijgen de wazige heuvels ons toe, ‘in oude verhalen, ruïnes, graven, in hoe we willen dat het was’ - Op de klippen komt van eeuwen ver een schaap, kauwt gras, likt aan de dag [tekstkritische noot]Great Skellig is éen van de Skelligs-eilanden in de Atlantische Oceaan. Vanaf de zevende eeuw zijn daar monniken geweest die een hun stenen cellen bouwden in de vorm van bijenkorven. Vorige Volgende