rolde en brulde de branding als een uitzinnig geworden God. Uiterlijke kontouren kunnen hier niets meer aangeven, innerlijke al evenmin als de profeet Jonah om en om in taai groen slijm wordt gerold, het maakt zijn bewegingen traag en tragisch terwijl hij wordt voortgesleurd naar een zwarte kim die voor hem uitglijdt en ronkt en hem dampstralen tegemoet spuwt. Geen vismarkt op het heetste uur van een zomermiddag geeft een indruk van de ondragelijke stank, misschien zou men om het boek Jonah met vrucht te lezen zich ver moeten buigen over de lillende drab van de snijplank, vlak boven de tekst van het flitsende mes en de buikbaggerende vingers vol schubben.
Eerst dan pas zou men zich moeten toestaan om God te laten spreken en het beste zou zijn om dat steeds net niet te laten gebeuren, al het beloofde op de rand ervan te houden om het geloofwaardige te redden. Voor zo'n plaats in de tekst zijn de tijden maar zelden gunstig, in dit geval echter wel.
Voorzichtig stond Mr Boldero op, ontstak een kaars en liep daarna op de tenen door de kamer naar de deur, opende die en deed daarna met een lichte huiver een stap naar buiten. Schemer die overging in duisternis. Als goed lezer van het Evangelie waarvan hij het enige exemplaar bezat, beschikte Mr Boldero over het vermogen om aan te voelen, te ontwaren en te vermoeden, maar nergens was oogwit te bekennen of een mond die zich al opende om te spreken, Mr Boldero stond in het donker tussen het een en het ander.
Voor het specifieke van Mr Boldero's exegese is het belangrijk te weten dat de toiletten in de buurt waar Ms Barlow woonde al een closetpot bezaten, zodat men voor zijn behoefte niet naar buiten moest, naar een achterhuis of binnenplaats. Een gebloemde kan zorgde voor de mogelijkheid zich in huis te kunnen terugtrekken en na afloop de uitwerpselen zorgvuldig weg te spoelen. Middels een ingenieus systeem van buizen bereikten deze dan onder het hele East End door de dokken, en dreven dan vervolgens in de Thames af naar de grote, machtige zee waarvan ook in het boek Jonah zo'n sprake is.
Al lezend en etend had Mr Boldero zich al perifeer met de aangename druk in zijn darmstelsel bezig gehouden die zijn gedachtenleven kleurde met 'n vleug van zeegroen, rozerood en parelmoer. Dat lijkt gewoon maar Mr Boldero kende zijn gebrek en wist hoezeer de stijfkoppigheid en eigenzinnigheid van Jonah zich in zijn gedarmt hadden genesteld. Het was zijn kruis, dat hij droeg met smart, van alles had hij geprobeerd: poeders van het ‘Great General Hospital of London’, fruit, gedroogde appeltjes, stroop, vijgen, senna-aftreksel en diverse andere theesoorten, maar de tekst was hier onverbiddelijk.
Nu, allen die het boek Jonah kennen, weten dat doel en oorzaak gelegen zijn in het tweede boek en daarvan het laatste vers, ‘en de Here sprak tot den vis en deze spuwde Jonah uit op het droge’, dat is de spil der sproke waar het al om wentelt. Onbevangen verder lezen heet hier volgens de ‘commentaren op het Evangelie’ waarvan Mr Boldero het enige exemplaar bezat ‘schade lijden aan de ziel’, er is zelfs sprake van ‘het zwartste punt’, waarmee wordt bedoeld dat slechts de omweg over het mirakel enig licht kan brengen. Als in trance liep Mr Boldero door de hal naar het toilet, hij sloot de deur en stroopte de broek af. Terwijl hij ging