Sic. Jaargang 3(1988)– [tijdschrift] Sic– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] Twee prentbriefkaarten 1972 hella s. haasse I Pompei Hoog onkruid in de huizen van Pompei De lucht bewolkt, Vesuvius onzichtbaar Een geur van thijm en bittere oleander, en stilte in Menanders atrium Hoe was de smaak van het verkoolde brood? Tweeduizend jaar - een korte voorsprong, vrienden, vuilgrijze poppen van je laatste slaap, gebed in lava, tussen daagse scherven Zinloos is vlucht; de distel duurt het langst Ook mijn brood gruis, mijn liefde puin. En zeer nabij, ontwaakt al, een vulkaan. Het regent as [pagina 37] [p. 37] II Paestum Ik zie de witte paarden van de zee driftig schuimbekkend landwaarts dringen Bergen en dalen rollen voor hen uit, tuimelend groen, onstuimig violet, en loodrecht op het strand springen fonteinen: voorboden van de god en zijn geweld De spiegels krimpen langzaam van het zand Dan sproeit opnieuw de vloed van glooiing blank De paarden steigeren aan de horizon Ik wacht niet meer, Poseidon zal niet komen Hij heeft zijn dode stad voorgoed verlaten Daar zijn de golven vertikaal versteend: geribde zuilen tussen gras en brem IJl waaien heeft de branding overstemd Verdwaalde schelpen, leeggeschud. Ik hoor het ruisen in hun ronding aan mijn oor, de adem van de tijd die ik verloor Vorige Volgende