Sic. Jaargang 2
(1987)– [tijdschrift] Sic– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 59]
| |
(Ingezonden)
| |
[pagina 60]
| |
zij meteen met het schip ten onder. De enige in Bordeaux ingescheepte vluchtelinge die zich bovendeks bevond, was Marsmans echtgenote; zij heeft hieraan haar leven te danken. Ook de meeste bemanningsleden wisten zich niet meer te redden. Slechts acht van hen, en mevrouw Marsman, die in zee waren gespoeld en zich op stukken wrakhout drijvende hadden weten te houden, konden door de toegesnelde Nettie worden opgepikt. Tot nu toe werd aangenomen dat de Berenice het slachtoffer was geworden van een Duitse onderzeebootaanval maar zekerheid daaromtrent bestaat allerminst. Er bestaat namelijk een rapport van de kapitein van de Duitse onderzeeboot U65, een zekere Von Stockhausen, die zegt dat hij op '22 juni om even 6 uur 's avonds' een tanker had getorpedeerd. De Berenice leek echter in niets op een tanker, werd bijna anderhalf etmaal voor de door Von Stockhausen beschreven aanval door een explosie getroffen en bovendien ca. 120 mijl westelijker. Geconcludeerd moet dan ook worden dat de juiste oorzaak van de ondergang van de Berenice vooralsnog niet bekend is. Dit werpt tevens een ander licht op de vermeende voorspelling door Marsman van zijn eigen dood in het gedicht ‘De overtocht’: De eenzame zwarte boot
vaart in het holst van de nacht
door een duisternis, woest en
groot,
den dood, den dood tegemoet.
ik lig diep in het kreunend ruim,
koud en beangst en alleen
(...)
Van de voorspelling blijft weinig over wanneer men zich realiseert dat a) de boot niet eenzaam voer, b) niet in het holst van de nacht en c) dat Marsman niet alleen lag in het ruim. Maar wellicht speelt hier naast de dichterlijke vrijheid tevens die van de lezer een rol. De lezer die graag zijn voorgevoelens bewaarheid ziet worden. Ik gun Ed Schilders graag zijn vrijheid, maar het leek mij dienstig tevens de feiten te presenteren. |
|