| |
| |
| |
1987
De handschoen van Allie Caulfield
№ 1
In den smaak van het publiek
CURIOSITEITEN VAN ALLERLEI AARD was de titel van een serie uitgaafjes van de Firma R.C. Meijer, Kalverstraat E 246, Amsterdam. De reeks verscheen vanaf 1 juli 1878, ‘in maandelijksche afleveringen van 48 bladz. met elzevier letter, op Hollandsch papier gedrukt.’ Meijer stelde bij de eerste uitgave één voorwaarde. Hij zou slechts doorgaan als ‘de ontvangst van dit eerste bundeltje het bewijs levert dat ze vallen in den smaak van het publiek...’ Dat was blijkbaar het geval, want de reeks besloeg (voor zover wij konden nagaan) 45 afleveringen.
De oorspronkelijke opzet van de Curiositeiten was er een met een bijzondere mogelijkheid die door de uitgever op de achterkaft van het eerste nummer als volgt wordt uiteengezet. ‘Iedere aflevering bevat zes verschillende rubrieken, die zodanig zijn ingericht, dat desverkiezende elke rubriek later afzonderlijk met doorlopende paginatuur zal kunnen worden ingebonden.’
Een voorbeeld. De rubriek ‘Het Toneel’ startte in nummer 3, september 1873 op pagina 1 en liep door tot pagina 9. In de oktoberaflevering begint ‘Het Toneel’ op pagina 9 en loopt door tot 17; begint in november op 17 en eindigt op 24, en zo voort, tot de rubriek na zes afleveringen van de inhoudsopgave verdwenen is.
Of iemand inderdaad zelf van Meijers boekjes weer nieuwe boekjes heeft gemaakt, is ons (nog) niet bekend. Zeker is, dat het leuke, kleine boeken geworden zouden zijn over merkwaardige onderwerpen. Rubrieken uit de eerste jaargang zijn: Drukfouten, Canards, Zonderlinge Testamenten, Curieuse Documenten, Zonderlinge Advertentiën, Letterkundige Kunststukjes, en Van den Kansel.
De geraffineerde opzet is helaas niet lang volgehouden. Wellicht kreeg Meijer te weinig van de verhoopte gevarieerde bijdragen waarvoor hij zich ‘minzaam aanbevolen’ hield en meer langere stukken. Immers, al in 1874 begint de reeks opnieuw, nu met een onderwerp per aflevering, de gegevens uit vorige afleveringen herschikt tot een zelfstandig boekje. De ‘Letterkundige Kunststukjes’ werden in de nieuwe reeks bij voorbeeld nummer 18-19 voor poëzie, 26 voor proza. Wij lazen onder andere Hoge Ouderdom, Haar en Baard, Geheimzinnige Personen, en Grote gevolgen van kleine oorzaken. Wij houden ons aanbevolen voor inzage van de nummers 5, 10 en 37.
| |
De Flesch.
Die dit verwerpt bezit geen deugden;
'k Braveer ze die dat tegenspreken.
Het is mij menig maal gebleken,
Dat hij die kieskaauwt, en niet dronk,
Niet dankbaar was, wat men hem schonk,
En zou ik een der eerste pligten
Zoo flaauw, zoo lakoniek verrigten?
Neen, daartoe is op 's wereld's dreven
Den mensch geen smaak en reuk gegeven.
Die matig spijs en drank bemint,
Is 's wereld Gastheer dankbre vrind.
| |
Gewoonte
Van George Bernard Shaw is bekend dat hij de hoogste prijs op rust stelde. Kwam hij in een restaurant waar een orkestje de ambiance muzikaal kracht bijzette, dan vroeg Shaw onveranderlijk aan de orkestleider of het gezelschap ook verzoeknummers speelde. Altijd was het antwoord ‘ja’, en altijd vervolgde Shaw met de opmerking, ‘Zou u dan eens een uurtje poker willen gaan spelen?’
Werd Shaw ondanks zijn uitdrukkelijke orders toch gestoord terwijl hij stond te schrijven (hij stond inderdaad vaak), dan was zijn toorn zo groot dat hij zich woedend en met de vuisten slaand op de grond liet vallen.
Ook geteisterd door woedeaanvallende ziekte werd de Franse schrijver Raymond-Locus Solus-Roussel. ‘Het is me overkomen,’ schreef hij, ‘dat ik van woede over de grond rolde als ik er niet in slaagde de kunstzinnige gevoelens op te roepen die ik nastreefde.’
| |
| |
| |
[Emile Zola en Paul Cézanne]
Het was een droevige dag voor de wereld van de schone kunsten toen Emile Zola, bij wijze van verjaardagscadeau, Paul Cézanne een motorfiets gaf. Zola en Cézanne maakten vele uitstapjes door de Franse provincie, waarbij Cézanne reed en Zola in het zijspan zat dat de twee vrienden van een kist, een fietswiel en een perzikkenkistje gemaakt hadden. (‘Alles in de natuur hangt samen met de kegel, de cylinder en de kubus,’ zei Cézanne.) Nadat ze in het Bois de Boulogne tegen een boom waren gereden, lieten ze de machine voor wat het was en spraken er nooit meer over. Toen pas keerde Cézanne serieus terug naar de schilderkunst maar ondertussen was zijn oeuvre al met zes landschappen en een stilleven verminderd.
| |
Miniboeken
HET KLEINSTE BOEK is waarschijnlijk geen boek in de moderne betekenis van het woord. Isaac D'Israeli bericht in zijn Curiosities of literature dat: Plinius gezegd heeft dat Cicero op zekere dag Homerus' Ilias gezien heeft, ‘gegraveerd’ in de schaal van een noot. Gaat het om echte boeken, dan komen de specimina in aanmerking die Holbrook Jackson noemt in The Book about Books. Een Bijbel ‘die niet groter is dan een vingernagel’); Galileo à Madame di Cristina di Lorena (1615) meet 15 bij 10 millimeter; de Hours of the Blessed Virgin (1500), het eerste Engelse miniatuurboek, meet 4 1/2 bij 8 centimeter. Jackson bericht eveneens over een man die in zijn tas een complete bibliotheek meedroeg. Zo'n verzamelaar was de Fransman George Salomon die in de 19e eeuw 700 miniatuurtjes bijeenbracht. Zijn kleinste was een kruisweg, van 1 1/2 bij 1 centimeter. Van iets kleiner formaat was het miniatuur dat nog wel eens in de Nederlandse boekhandels gesignaleerd kan worden: het Onze Vader in tien talen, ongeveer 1 bij 1/1 centimeter. Het bevat echter slechts die tien pagina's en die bleken bovendien zeer slecht gelijmd. Bij eerste bladering dwarrelden de tien mini-Onze Vaders als bloemblaadjes naar het tapijt.
| |
Niet alles
In 1896 ontmoette schrijfster Colette de bibliothecaris van de Bibliothèque Nationale, Paul Masson, op een rots aan het strand van Belle Isle.
Mason zat fiches te schrijven in een sierlijk handschrift. Op Colettes vraag wat hij aan het doen was, antwoordde Masson dat hij aan de catalogus van de BN werkte. ‘Uit je hoofd?’ vroeg Colette. ‘Dat zou veel te makkelijk zijn,’ vond Masson. ‘Ik heb vastgesteld dat de BN nogal schaars in 15e-eeuwse Italiaanse en Latijnse teksten zit en daarom maak ik maar wat fiches van hoogst interessante boeken die in die tijd geschreven hadden moeten worden.’
Als Colette hem voor alle zekerheid vraagt of het dus boeken betreft die helemaal nooit geschreven zijn, antwoordt Masson ongeduldig, ‘Tja, ik kan natuurlijk ook niet alles zelf doen.’
All those qualities which, for generations past, have characterised the genuine Havana are present in Byron Cigars.
The ‘Byron’ head, identifying every box, is a sure sign of outstanding Cigar-value. All good class Tobacconists have ‘Byron’ or can get them readily.
Ask for ‘Byron’
| |
| |
| |
[Spijslijst ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van De Nederlandsche Spectator]
SOEPEN
Bijblad-Bouillon
en
Julienne à la Haagsche grachten
VISCH
Zeevisch tranquilles in undis
en
Het vermaekelijk scharrezoodje
ENTREMETS
Kleine beten à la periodique
Croustades van pluche
VLEEZEN
Haas van een oeros uit het Haagsche oerwoud
geschoten door een lid van de 2e kamer
Kapoenen uit het Bisdom Breda
Pieds de porc met metrische paddestoelen
Atheensche uilen met moderne saus
Nachtegalen met sonnetten getruffeerd
Haagsche ooievaars gelardeerd met Passagespek
Zwezerik vaccinogène
GROENTEN
Oud gereformeerde kool
Limburgsche scorzonero's van de doode hand
Grammaticale wortels
Nougat pseudo-neo-gotho-rinascimento
Opportuniteitskabinetpodding
IJs à la Willem Barentz
Ooft van Parnas, Atjehse pepernoten, Indische bank- en
okkernoten
Suikerwerk à la Bismarck
Castaneae molles et pressi copia lacti
SPIJSLIJST ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum
van De Nederlandsche Spectator, in het tijdschrift
onder die naam, No 1, 1885, 3 januari.
| |
Opsporing verzocht
OPSPORING VERZOCHT is een rubriek voor boeken die volgens lezers opgespoord moeten worden. Voorwaarde voor opname is dat de boeken niet bestaan. Alleen verzonnen titels van boeken die geschreven hadden moeten of kunnen worden, zullen tot de rubriek worden toegelaten. Als voorbeeld een keuze uit de legendarische Fortsas catalogus (Mons, 1840) door de Belgische bibliovriend Renier Chalon, een catalogus die zelfs de meest doorgewinterde kenners misleidde.
Evangile du citoyen Jésus, purgé des idées aristocrates & royalistes, & ramené aux vrais principes de la raison, par un bon Sans-Culotte, Arras, an III de la République une & indivisible, in-12, 168 pp. Volume inachevé.
Vijf bouken Boecij, de consolatione philosophie. A la fin: Ghe- prent Taudenaerde, bij Arend de Keysere de vijfden dach juli MCCCCLVII. Petit in-4 sans chiffres ni reclames, de 205 feuillets.
Een seer sonderlinghe schoone en wonderlike historie diemen warachtlich hout te syne en auctetick sprekende van eenre vrouwen gheheeten Melusine: van haren kinderen en gheslachte ende van haer alre wonderlike wercken. A la fin: Taudenaerde gheprendt, CCCCLXXXI. In-4, avec des planches en bois très curieuses; ancienne reliure de peau de truie.
Les suites du plaisir, ou desconfiture du Grand Roi dans les Pais-Bas. Au Ponent (Hollande), 1686, in-12, 152 pp., fig., mar, noir, doré s, tr.
Libelle d'un cynisme dégoûtant à l'occasion de la fistule de Louis XIV. Une des figures représente le derrière royal sous forme d'un soleil entouré de rayons, avec la fameuse devise: Nec pluribus impar.
| |
Revolutionair steelt boeken
Maximilien Robespierre, inspirator en organisator van de Terreur tijdens de Franse Revolutie, was niet alleen een boekenliefhebber maar ook een boekendief. Na de val van Robespierre op 9 Thermidor (27 juli) 1794 en zijn terechtstelling, de volgende dag, werd zijn nalatenschap zorgvuldig onderzocht door Edme-Bonaventure Courtois. Ten huize van Robespierre ontdekte Courtois een groot aantal boeken en schilderijen afkomstig uit de collecties van de Franse koninklijke familie. Als meest bijzondere onderdelen mogen genoemd worden het werk van Cicero en Seneca, en een door Marie-Antoinette geschreven afscheidsbrief aan haar kinderen, gedateerd op de dag van haar veroordeling, Robespierre bewaarde zijn bibliofiele schatten onder zijn matras en onder een dubbele bodem in de vloer onder zijn bad. Zijn bijnaam was L'Incorruptible.
| |
Citaat
Grow old along with me,
The best is yet to be,
The last of life, for which the first was made:
Our times are in His hand
Who said ‘A whole I planned,
Youth shows but half; trust God: see all nor be afraid!’
Robert Browning,
Rabbi Ben Ezra
| |
| |
| |
Is er lezen na de dood?
Is er lezen na de dood, is een vraag die noch Dante, noch Swedenborg voor ons beantwoord hebben. Zeker is, dat boeken regelmatig een bijzondere rol gespeeld hebben bij of na het overlijden van auteurs. We zullen er in de komende afleveringen regelmatig aandacht aan besteden en stellen de hulp van de lezer daarbij op prijs.
In 1862 overleed Elizabeth Eleanor Siddel, de echtgenote van Dante Gabriel Rossetti, aan een overdosis laudanum. Het verdriet bracht Rossetti ertoe de manuscripten van zijn gedichten in de lange blonde haren van Elizabeth te wikkelen en met haar lichaam te begraven. Volgens sommige bronnen kreeg Rossetti later spijt van zijn beslissing en liet hij het graf openen om de gedichten te kunnen publiceren.
| |
Bericht aan de lezer
In ‘De Handschoen van Allie Caulfield’ is plaats voor berichten over literaire curiosa, merkwaardige fragmenten uit proza en poëzie, anekdotes op het gebied van literaire mystificaties, boekendieven, verloren en teruggevonden literatuur, cartoons, kortom: het hele scala van de kleine literatuurgeschiedenis. De redactie ‘houdt zich minzaam aanbevolen’ voor bijdragen of tips van de lezers.
Volgens andere waren het vooral zijn vrienden die hem tot deze daad aanspoorden. Hoe dan ook, de gedichten verschenen in 1870 onder de titel Poems. De meest romantische visie wil, dat de hevige kritiek die Rossetti met Poems over zich afriep (gross animalism and vapid affection) de oorzaak geweest is van des dichters depressies, zijn gebruik van drugs en daarmee heeft bijgedragen aan zijn dood in 1882. Wie in Londen de Southwark Cathedral bezoekt, zoeke beslist het graf van John Gower (gestorven in 1408). Het beeldhouwwerk dat de tombe siert stelt de schrijver voor, met het hoofd rustend op zijn drie bekendste boeken, Speculum Meditantis, Confessio Amantis, en Vox Clamantis. De Speculum is een gedicht van liefst 30.000 regels dat een klassificatie wil zijn van alle deugden en ondeugden, en dat uitmondt in het voorbeeldige leven van de Maagd Maria. Eeuwenlang is de tekst ‘verloren’ geweest. Pas in 1895 werd een exemplaar herontdekt in Cambridge.
De vraag is volkomen hypothetisch maar niet oninteressant. Stellen we ons voor dat Gower ook echt in zijn graf ligt met zijn hoofd op de drie genoemde werken. Hadden boekenliefhebbers dan het recht gehad te doen wat Rossetti deed met het graf van zijn Elizabeth?
Tot slot een citaat van Thomas Browne die bij zijn dood bepaalde: ‘Op mijn doodskist, in mijn graf, wens ik gelegd te zien, in zijn lederen cassette of doodskist, mijn Elsevirs Horatius... versleten, door en met mij.’
|
|