‘Ik zal allebei doen: vertellen wat de oorzaak is van de blindheid en raad tot beterschap geven.’
‘Kom dan met ons mee naar de keizer, zodat jij hem kunt helpen en van hem een beloning zult ontvangen.’
‘Ik ben bereid met u mee te gaan.’
Ze kwamen vervolgens met het kind bij de keizer en zeiden: ‘Zie, heer keizer, we hebben dit kind bij u gebracht omdat het uw verlangen geheel in vervulling zal doen gaan.’
‘Goede meesters, durft u wel voor uw rekening te nemen wat dat kind met mij zal doen?’
‘Ja, heer keizer, wij wel, want we hebben zijn wijsheid ondervonden.’
De keizer wendde zich daarop naar het kind en zei: ‘Kun je mij zeggen wat de oorzaak is van mijn blindheid en mij raad geven zodat ik zal genezen?’
‘Heer keizer, breng me naar uw slaapkamer tot bij uw bed. Dan zal ik u laten zien wat u moet doen.’
Toen hij daarheen was gebracht zei het kind tegen de dienaren: ‘Til het bed een beetje op en haal alle beddengoed eraf. Jullie zullen daar wonderbaarlijke dingen zien.’
Ze deden wat het kind hun opdroeg en zagen een dampende bron met zeven borrelende bellen. De keizer zag de bron, was verwonderd en vroeg: ‘O, goed kind, hoe kan ik deze bron met zeven bellen verwijderen?’
En hij zei: ‘Slechts op één manier, en als u die niet probeert, zult u uw gezondheid nooit volledig terugkrijgen.’
‘Vertel me op welke wijze. Als het me mogelijk is zal ik het ten uitvoer brengen zodat ik mijn gezichtsvermogen terugkrijg.’
‘Heer keizer, de zeven bellen staan voor de zeven wijzen die u en uw rijk tot op heden slecht hebben geregeerd. Ze hebben u blind gemaakt zodra u buiten uw paleis kwam, zodat zij uw onderdanen konden bespotten en afpersen zonder dat u het zou zien. En nu kunnen ze u niet helpen. Maar luister naar mijn