Septentrion. Jaargang 41

[p. 24]

Le dernier cru poèmes choisis par Jozef Deleu

Frank Koenegracht (^o 1945)

Écoute-moi ça, maman, tu m'entends?
Je lis ici au sujet d'une offre
qui à de très vieilles mères avec
la plupart du temps de très vieux fils
qui, pour des raisons non évidentes, ne veulent
plus dormir avec elles,
propose un cygne mis à leur disposition
par les soins à domicile.
Il s'agit de cygnes hollandais.
Le jour ils nagent,
mais le soir on les enferme
dans de superbes vitrines.
On les livre à domicile, les couche dans ton lit.
Ils t'enveloppent de leur aile gauche: ceci
contre la peur du vertige et ils posent
leur bec sur l'autre coussin:
ça c'est contre la solitude.

Le matin on vient les rechercher.
Mais si, fais-le, maman.
Mais oui, c'est compris dans ton assurance.

Traduit du néerlandais

par Frans De Haes.

[p. 25]

Brief aan mijn moeder

 

Moet je horen, mamma, luister je?

 

Ik lees hier over een aanbod

 

waarbij zeer oude moeders met

 

meestal zeer oude zonen die

 

om niet tastbare redenen niet meer

 

bij ze willen slapen

 

een zwaan ter beschikking wordt gesteld

 

door de thuiszorg.

 

Het gaat om Hollandse zwanen.

 

Ze zwemmen overdag rond,

 

maar 's avonds worden ze opgeborgen

 

in prachtige vitrines.

 

Ze worden thuisbezorgd en in je bed gelegd.

 

Ze slaan hun linker vleugel om je heen: dat

 

is tegen angst voor duizeligheid en ze leggen

 

hun snavel op het andere kussen:

 

dat is tegen eenzaamheid.

 

 

 

's Ochtends worden ze weer opgehaald.

 

Nou, doe het maar, mamma.

 

Je bent er immers voor verzekerd.

 

 

 

Uit Lekker dood in eigen land (2011).