Korte Beschrijving om een Groenlands-Vaarder uit te rusten &c.
Eenige luiden Maatschappij aangaande om een Schip op Groenland uit te rusten, so is hun eerste overleg, om een snedig, wakker, gau, vlug, en fluks keerel tot Commandeur te verkrijgen. Welke daar toe verkregen sijnde, so neemt een die het bewint van saaken uit de Maatschappij is op-gedragen, (’t welk gemeenelijk een van de Participanten en den Boekhou’er is) den Commandeur tot raadsman en assistent, om volgens goed vinden van den Commandeur, alles, dat hier op ’t Land, t’Scheep, en in Groenland van noden mogt wesen, te versorgen, veerdig te maken, en te verrigten: op dat de Commandeur hoedanig ook van de reis weder t’huis komende geen reden van misnoegen, over de gedane uit-rusting sou vertonen.
Dog het sal niet ondienstig sijn, dat ik, eer wij verder gaan, hier tussen invoeg dese ordonnantien en regulen, van de Gecommitteerden der Groenlandse Visserij opgesteld. (Welke Gecommitteerden de voornaamste Reeders sijn, uit elke plaats: als bij voorbeeld uit Rotterdam, d’Heer Willem Bastiaanss.: van Amsterdam, Pieter van Teerlingen: Saardam, Meindert Arendss. ens.) ’t Geen van ’t See-volk, en van de Reeders moet geobserveerd worden.
Anno 1677.