en inhoud en duidelijk geen geval van ogensprong. Zo sluit, om het bij één vb. te houden, in al de drukken 3872 onmiddellijk bij 3835 aan, en wordt dus flink bekort in het anders toch wel erg uitgesponnen verhaal van het duel met de reuzen.
Tenslotte heeft het toeval gewild dat van B. én G. het einde van het verhaal verloren ging: B. breekt af na 11524 verzen (ter hoogte van 12088 der synoptische nummering), G. gaat nog 7 verzen verder en scoort een totaal van 11655 verzen. Geen van beide teksten heeft dan ook de vermelding van de moord op beide ouders bewaard. Als B. vanaf vs. 2810 niet zelf van moord op vader én moeder zou zijn gaan gewagen, zou men zich dan ook kunnen gaan afvragen of in B., waar aanvankelijk alleen wordt voorspeld dat de vader zal worden vermoord, de moeder eigenlijk überhaupt wórdt gedood.
Uit al het voorgaande concluderen dat G. algemeen een betere tekstoverlevering bevat dan B. is dan ook weer niet juist. Wanneer beide teksten uiteenlopen geeft B. immers meer dan eens een formulering die duidelijker is, of een versvolgorde die logischer lijkt; anderzijds kunnen vanuit G. waarschijnlijk evenzoveel tegenvoorbeelden worden aangevoerd waarin G. logischer of juister voorkomt. Een aantal passages blijft overigens nog altijd illustratief voor het ongelijk van beide teksten op hetzelfde ogenblik, terwijl niet enkel uit G. een reeks staaltjes van knoeiwerk kan worden gedistilleerd. G. en B. hebben dan ook hun waarde voor wie de Seghelijn-tekst wil leren kennen, en dit niet enkel vanuit het besef dat beide als onafhankelijke entiteiten hebben gecirculeerd.