Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden
(1595)–Anoniem Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden– AuteursrechtvrijNa de wijse: Salich zijn sy, wiens boosheyt is vergeven.
VLeeschs liefde blent
Neerstich wilt Ga naar margenootavlien en verlaten
Tot Ga naar margenootbGod u went
En wilt de boosheyt haten
Dient hem Ga naar margenootcmet lust
Naer Ga naar margenootdgherechticheyt dust
Wijsheyt Ga naar margenootesal u toe vloeyen
Den Ga naar margenootfgheest niet blust
Laet Ga naar margenootgu onrust, vernoeyen.
Den Adam out
Treckt Ga naar margenoothwt met zijn bevlecken
| |
[Folio 311v]
| |
Gheen vreemt Iock stout
Wilt metten quaen Ga naar margenootiaen trecken
Hy wort Ga naar margenootkgheschint
Die God verlaet, verblint
Afvallich Ga naar margenootlwort beseven
In d'eerde vrint
Haer namen zint, gheschreven.
Wat baet doch dat
Of een by loosen rade
Creech swerelts schat
Zijn Ga naar margenootmsiele lede schade
Segt doch Ga naar margenootnwaer met
Salmen haer doen ontset
Hier helpen gheen rijckdomen
Bedenckt u bet
Ras niet en let, tsal vromen.
Op Ga naar margenootowijsheyt ghy
En wilt u niet verlaten
Noch Ga naar margenootprijckdom tfy
Hoocheyt of groote staten
Wilt commen twint
Betrouwen, wijs, ghemint
Maer beroemt, wilt verblijden
Dat Ga naar margenootqghy God kint
Dit wel versint, ten tijden.
Gods gheest bedien
En Ga naar margenootrconnen niet beseffen
Vleeschelicke lien
Die haer selven verheffen
Een Ga naar margenootsspot seltsaem
Is haer Gods woort eersaem
Hert, ooren, sy Ga naar margenoottverstijven
Voor twort heelsaem
Dus Ga naar margenootvonbequaem, sy blijven.
Niemant hoort my
En Ga naar margenootxclimt ten Hemel binnen
Ghelooft dat vry
Dan Ga naar margenootyChristus edel sinnen
Ga naar margenootzTmoet int verzijck
Wat hem is onghelijck
| |
[Folio 312r]
| |
Tmoet Christ in allen stucken
Tzy Ga naar margenootaIood, of Grijck
Salt in Gods Rijck, wt drucken.
Sijt niet vertraecht
Sgheests Ga naar margenootbeenicheyt te houwen
Malcanderen draecht
Lieflick sonder verflouwen
Zijt eens Ga naar margenootcghemoet
Door den bant des vreedts soet
Eenen Ga naar margenootdgheest, een lichame
Tot een rijck goet
Gheroepen vroet, eersame,
Den Seghel jent
Des Ga naar margenooterechts gheloofs ghepresen
Merckt Ga naar margenootftfondament
Is liefde , so wy lesen
Den Ga naar margenootgwaren bant
Tvolcomenheyts playsant
Lieflick, crachtich, seer schoone
Van Ga naar margenoothGod gheplant
Door Ga naar margenootitvyers brant, ydoone.
Bemint voortaen
Niet dan tvolcomen, tweerste
Tbeste Ga naar margenootkhangt aen
Topperste goet Ga naar margenootltexpeertste
Verlaet tsurpluys
Dwelck werckt discoort, confuys
Hebt de Ga naar margenootmbloeme voor ooghen
Laet varen tcruys
Theeft Ga naar margenootnmenich wijs bedroghen.
|
|