Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden
(1595)–Anoniem Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden– AuteursrechtvrijNa de wijse: Vanden lustelicken Mey.
GHy Christen gheesten, Ga naar margenootaweest nu verblijt
En wilt vrolick ontwaken
Ons is Ga naar margenootbgheboren des seker zijt
| |
[Folio 104v]
| |
Ons verlosser voor alle saken
Dus wilt hem lof, prijs en eere bien
Hy heeft ons Ga naar margenootcellende aenghesien
Daer wy so deerlick in laghen
Onsen Ga naar margenootddruck coemt hy verjaghen.
Abrahams Ga naar margenootebelofte is nu volbracht
Wt Iacob is opgheresen
Een Ga naar margenootfsterre, na dat hebben gheacht
D'oude Ga naar margenootgVaders, also wy lesen
Heylich, Ga naar margenoothheylich is hy, t'Goddelick zaet
Emanuel, Ga naar margenootieen Licht d'welck niet en vergaet
Dat inde Ga naar margenootkduysternisse is ghecomen
Een licht tot onser vromen
Adams Ga naar margenootlval heeft hy opgherecht
Dus laet ons zijnen lof vermonden
Onse Ga naar margenootmsonden aen t'hout des cruycen gehecht
Ons ghenesen door zijne wonden
Hy is Ga naar margenootnt'begin, d'middel, en d'eynde me
Alpha ende O, zijnen eewighen vre
Wilt hy ons minnelick schencken
Laet ons hem belijden sonder mencken.
Laet ons loven den Heere groot
Die hem selven heeft Ga naar margenootowillen verneren
Te sterven Ga naar margenootpvoor ons den doot
Om dat hy onsen Ga naar margenootqpays sou confirmeren
D'welck hem Ga naar margenootroprechte liefde riet
Dus singt den Heere een loffelick liet
Al dat leven heeft vercreghen
Loof den Heere in alle weghen.
Den Ga naar margenootsoppersten Prince seer excellent
Looft met Psalmen en ghebeden
Zijn Ga naar margenoottGoddelick woort zijt obedient
So coemdy inde Hemelsche steden
Daer Ga naar margenootvvreuchde is sonder eynde claer
Die voor elcken bereyt is voorwaer
Die ter werelt zijn woort beleven
Sal hy zijn rijcke gheven.
|
|