Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden
(1595)–Anoniem Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden– AuteursrechtvrijOp de wijse: O God almachtich Vader van hier boven. Of, tyrannich werck vol archs, etc.
ALs ick ghedencke Ga naar margenootaO liefste lief verheven
V ghetrouwighe liefde tot my u bruyt
Ick moet sulcx elcken te kennen gheven
En segghen met David door vreuchts virtuyt
Al wat adem heeft, Ga naar margenootbnoort, west, oft zuyt
Met elck conduyt
Prijst mijnen Bruydegom seer delicaet
Want zijn genade boven zijn wercken gaet.
Dat moet ick belijden met herten ende sinnen
| |
[Folio 21v]
| |
O triumphantelick lief, roose verwe root
Want daer ick lach t'mijnder Ga naar margenootcongewinnen
Door s'vyants bedroch inde Ga naar margenootdeewige doot
Hebdy my bewesen een liefde minioot
Voor cleyn en groot
Want inden vleesche, Ga naar margenooteO lief, zydy geopenbaert
Om my te verlossen daer ick me was beswaert.
Prijsen, eeren, loven, ende Ga naar margenootfgebenedyden
Mach ick u hier wel van, O Bruydegom reyn
Want gheen creatuere en mocht Ga naar margenootgmy bevryden
Alsoot blijckt aen David en Abraham certeyn
Die alle Ga naar margenoothhoopten met een verlanghen gemeyn
Op u coemste alleyn
Want geen offerhande Ga naar margenootien mochte haer baten
Om haer te brenghen in s'hemels saten.
Maer u Ga naar margenootkonschuldighe doot Heer der heyrscharen
En wtstorten ws precieusen bloet
Heeft ons verlost van s'vyants beswaren
Ende hem Ga naar margenootltriumphantelick geleyt onder de voet
Heylich, heylich, o bruydegom ick seggen moet
Door sulck voorspoet
Die my toecomen in corter stont
Want met uwen Ga naar margenootmVader hebdy my versoent.
Nu soo is de Duyvel met zijn Ga naar margenootncracht verslonden
Ia doot, helle met al haer ghewelt
My en mach schaden Ga naar margenootogeen voorleden sonden
So ghy claer tot my door u woort vertelt
Want u gerechticheyt seer hooghe ghemelt
Ghy my toe telt
Dus vraech ick onder liefhebbers eenpaer
Of sy sulck een liefhebben voorwaer.
| |
[Folio 22r]
| |
Dus O dochter van Ga naar margenootpBabel wilt eens afkeeren
Van u vreemde Lieven seer vele int lant
Want die sullen u brengen al int verseeren
Dus aenhangt mijn liefste lief playsant
Want hoe wel hy was in den Ga naar margenootqHemel constant
En als God triumphant
Achte hy geen Ga naar margenootrroof voor groot noch cleyn
Maer nam aen de ghestalte eens knechts ghemeyn.
Dus dancke ick u O lief met een verjolijsen
Want doen u blijschap Ga naar margenootswas voren geleyt
Koost ghy versmaetheyt om ons te wijsen
Den wech die ghy totten leven hebt bereyt
Dus alle Ga naar margenoottgehoorsaemheyt so David seyt
Sonder onderscheyt
Moeten wy u doen al sout ons schaen
Want den selven padt zydy voren gegaen.
Princelick Princier boven alle Lieven
Moet u gheschieden Ga naar margenootvglorie ende prijs
Die ons ghelaten hebt in vele Brieven
Vwen claren wille voor een eewich advijs
Ende oock gheschoncken uwen Ga naar margenootxGheest wijs
Daer toe propijs
Ons te versekeren uwen woorde claer
Dies u lof moet geschien van Ga naar margenootyelcke schaer.
God werckt den wille, Ende tvolbringhen. |
|