Een nieuw vermakelyk Bruilofts Lied.
Op een aangename Vois.
Met overvloedigheit vol gratie overgoten:
Die kan twee behouden scheen,
daar zent hy zynen zegen,
Die na Gods wetten leven.
En God die trok een ribbe uit Adam zynen lyve:
Hy heeft daar van gemaakt Eva tot zynen Wyve:
Want God sprak in ‘t gemeen:
Een man van vlees en been:
Wat wou gy hier bedryven,
die moeten u hulpzaam wezen;
| |
Maar God heeft hem een vrouw tot zyn behulp gegeven:
God hem een Huisvrouw schiep:
Die terstond na Adam liep:
myn Lief myn Uitverkoren:
in ‘t huisgezin niet pryzen:
Sy is in ‘t Paradys men zal haar onderwyzen,
Zy maakt van eenen bengel,
het kyven keert in quallen:
‘t is minnen en ‘t is mallen:
Met eene zoen is ‘t weer te doen,
daar zullen geen slagen vallen.
Al is hy steurs of quaat:
Toont hem een bly gelaat:
Noemt hem Heer en Kammeraat.
Laat ons dog vreugden bedryven.
vol liefde peis en vreden:
God zal Mirakels doen als hy in Cana deden;
Sal ‘t zoet als honing zyn,
Gy vrouwen wilt onthouwen,
te trouwen: het zal u nooyt berouwen;
neerstig in uw huyshouwen.
| |