Voor 's lands wederopbouw door Edw. Leonard
Vóór mij ligt ‘ter bespreking’ een der eerste deeltjes van de Vlaamsche Bibliotheek, uitgegeven door de Mij voor goede en goedkoope lectuur te Amsterdam, te weten Voor 's lands wederopbouw, van de hand van Edw. Leonard.
Wat kan ik daarbij bespreken? Het feit dat bovengenoemde Mij naast de Wereldbibliotheek en de Nederlandsche Bibliotheek, nu deze Vlaamsche Bibliotheek gesticht heeft, ‘waarin de ruimte uitsluitend voor Vlaamsche schrijvers ter beschikking zal staan’? Daar hoort geen bespreking bij, slechts applaus en dankbaarheid.
Het uiterlike van het boekje? Misschien wel. Wat dat betreft kunnen deze te Antwerpen gedrukte boekjes het bij de Hollandsche niet halen wat typographische verzorging (lettertype, indeeling van de tekst, enz.) betreft. Nog een gebied waarop onze vakmenschen in Holland heel wat kunnen leeren. Laat ze b.v. maar de uitgaven van Brusse bekijken!
De omslagen, zoo lezen wij op het
dekblad, zijn van Vlaamsche kunstenaarshand: van J. Leonard. Wij gelooven het omdat het hier zwart op wit, of liever groen op wit, gedrukt staat. Maar wanneer wij b.v. de schetsen van den kunstenaar die in Ruimte verschenen naast deze omslagen leggen, dan blijven wij dromen: de Leonard van Ruimte en deze van die omslagen, dit zijn twee verschillende menschen. Welke zou nu de echte zijn? Ruimte deed ons een kunstenaar kennen die met vrij gemoed alle ballast van zich weggegooid heeft, en met vasten wil de toekomst tegemoet gaat. Op de omslagen en titelbladen van de nieuwe uitgaaf ontmoeten wij een gewetensvollen student die er zich op toelegt de krulletjes en kronkeltjes die men gewoonlijk op soortgelijke bladen ziet, een beetje anders op te zetten: die zonsopgang en dit dobberende schipje zijn toch niet hypermodern, niet? Het moderne bestaat toch niet in het anders doen krullen en kronkelen van reeds gemaakte krullen en kronkels. En het adres van den uitgever is toch een beetje slordig neergepend 1 Heb ik het mis op wanneer ik zeg dat we eerst en vooral willen dat alles, zelfs een geteekende letter, technisch zuiver is, vooraleer we op ‘mooi zijn’ gaan denken?
Neem me niet kwalijk, Leonard, wanneer ik hier vlakaf schrijf dat deze teekeningen u onwaardig zijn; ik voel de behoefte u dit in het publiek te zeggen; het zou onvergeeflijk zijn moest er maar een enkele aanleiding bestaan voor andersdenkenden om te besluiten dat zij die zich als moderne Vlamingen aanstellen, mekaar maar steeds volmondig goedkeuren.
En de inhoud? Deze is niet alleenlijk goed vulgarisatiewerk, maar ook een daad van moed. Leonard springt immers in 't gelid tegen de antiquarisch aangelegde caste der gezagvoerders in ons land: men moet den wederopbouw aan-