Prosper Van Langendonck
Prosper Van Langendonck is Maandag namiddag, 6 November, om 2 uur in het Sint Jans-Gasthuis te Brussel overleden. Van Langendonck was een bezinger van de Vlaamse natuur, gelijk de oudere traditionele Vlaamse dichters: Prudens
van Duyse, Dautzenberg en anderen. Maar zijn toon was veel onstuimiger.
Steeds is een luide en driftige polsslag merkbaar in zijn poëzie. Onrust onderscheidt hem van zijn voorgangers en tijdgenoten, bijv, van de enkele jaren oudere Pol de Mont, en maakte het mogelik dat hij een leidsman werd voor zoekenden als Vermeylen en Hegenscheidt. Hij werd de 15 Maart 1862 te Brussel geboren. Zijn katholiciteit deed hem de Vlaamse traditie hoog houden, ook tegenover anationale Van Nu en Straksers. Hij leidde Gezelle en de WestVlamingen binnen hun gezichtskring.
De meeste ideologiën van de Van-Nu-en-Straksers vindt men bij hem weer. Daar werd overigens veel gemeenschappelik van opgebouwd, in lange gesprekken die hij met August Vermeylen en Alfred Hegenscheidt voerde. Rhetoriek was hem niet vreemd maar ze was altijd lyries bewogen.
Van Langendonck was niet wat men een evenwichtige geest noemt. Soms zwierf hij weken rond met in hem een duister wanhopig verlangen als een vloek. Niemand wist dan waar hij was en gebroken keerde hij terug naar de taak die hem moest in t leven houden. Hij was vertaler bij het Ministerie, tot ten slotte zijn oversten meenden te moeten ingrijpen en hem met een geheel ontoereikend rustgeld ontsloegen. Dit was het begin van het einde. Van Langendonck werd ziek en moest als onvermogende in het gasthuis worden opgenomen.
Onder deze tragiese omstandigheden hadden jonge letterkundigen het plan opgevat om hem bij gelegenheid van een openbare hulde enige steun te bieden. Zij zijn te laat gekomen.
De malaise die sedert de oorlog in Vlaamse letterkundige kringen heerst heeft er ongetwijfeld toe bijgedragen, dat deze grote Vlaming eigenlik vereenzaamd gestorven is. De ontworpen