Ruimte. Jaargang 1(1920)– [tijdschrift] Ruimte– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 106] [p. 106] Tijdzang voor Herman Van den Reeck voor JOSEF MULS Sluit de gelederen. Hij is gevallen. Maar ons allen heeft hij bevrijd. Mannen hebben gevloekt. Vrouwen hebben geschreid. In een dag, in een uur was zijn naam het parool van een nieuwen tijd. Begint nu de opmarsch onder roode lucht? Klinken bazuinen? Er is in alle huisgangen, hol en koel een haastig getrappel van voeten. De Vlaamsche menschen gaan. Er stijgen kreten: Sluit aan! Sluit aan! De meisjes die van school komen gaan meê, Laten de wachtende zoetheid van aardbei en thee. Hun kleurige kleedjes zijn een levende tuin. Symbolen. Witte vanen van vreê. Boven ons hoofd suizen de telefoondraden zacht, Herman, over de wereld uw faam. Ons oog is van tranen bepereld. Onze kindren beven bij uw naam. Ieder trekt op naar den berg der heilige daad. Uit het bloed kiemt het zaad. De laatsten van ons volk gaan meê. Ze komen geloopen uit de kameren van den privaten wellust. Laten 't gestreel van 't ivoren aapje. Werp weg, roepen ze malkander toe, je boeken, je beelden. Nieuwe weelden brengt de daad. In de bars zullen de loslevers de batiklampjes in stukken slagen, aansluiten en dragen toortsen van kracht. De priesters gaan meê. Hun kazuivels zijn goud-geel en zwart, op hun breeden rug en over hun schuchter, onderdanig hart. Alles is één goedheid naar de overwinning. Zullen wij vallen in dezen opstand? Klopt ons hart een klopje sneller, houdt dan op,...... en dan niets meer. [pagina 107] [p. 107] De woning der heeren zullen we ledig keeren van hen die dominatores terrae genoemd zijn, want in onze harten, op onze hoed, dragen wij allen, heilige ikone! - eenvoud van den russischen boer - uw beeld. Herman, als eens de tanks van onzen wil, vrij zullen boenen de straten, de pleinen, van hen die den lach op je lip deden kwijnen tot de berustenden schijn van de martelaar, dan zullen we zingen Jouw lied, ons lied: ‘Want de nieuwe aarde vraagt martelaarsbloed’. De vrouwen zullen je duurbare beeltenis zoenen. En alles, alles is goed. 7-1920 Marnix GYSEN Vorige Volgende