Wat nog eens bewijst kunst en historiese (schijnbare) realiteit zijn twee gans verscheiden dingen.
Alzo.
Zij (zij + hij) ontmoeten zich 's avonds.
's Avonds is het zò stil, zò zeer stil. Nog sterker (toujours plus fôhr, als de gansetemmer Babylas): Het is zò zeer bladstil. Zò heel zeer bladstil. En daarom is de avond de tijd van de geliefden. Kunnen zij elkaar zoenen. O zò zeer zoete zoenen. Hun kussen-bloemen wegen niet op de avondstilte die breken zou onder elk gewicht. En hij loopt de kans bestolen, zij verkracht, beiden vermoord te worden. Want de avond is stil en fantasties. Stonde voor geliefden door God de Vader gemaakt. En ten slotte wordt men toch niet bestolen, vermoord of verkracht. (Dit laatste misschien een tegenvallertje). Men neemt van alles het goede. Namelik de zo penetrante sensatie dat men zou kunnen worden bestolen, verkracht of vermoord. Hun uitverkoren rendez-vous is het park.
Een park dat wegzinkt in de avond. Waar het naar jasmijnen ruikt. O witte jasmijnen maagdelike bloemen, zegt de vrouw, gij zijt mij zeer verwant. -
Een vrouw is steeds een kind. -
Nadat de vrouw deze verwantschap heeft gekonstateerd, gaan zij de zwijgzame laan langs. Zij langs de zeer zwijgzame laan. De bomen zijn hun zeer stille medeplichtigen. Ook de schabletter.
En zij gaan in een heel fijn diskreet restaurant.
De maître d'hôtel kent de fijnheid van zijn klienteel. Er werd gereserveerd voor ze (zij + hij) een heel schoon cabinet. Geel en violet. Er waren zeer schone groene rozen.
Men weet niet van waar speelt een klein strijkje. Men weet niet van waar en men weet niet hoe. Enkel weet men dat het Tziganen zijn. Met rode vesten. Men weet zelf dat die Tziganen feitelik geen Tziganen zijn. Berlijner noorden of Ménilmontant. Doch het voornaamste: de muziek speelt men weet niet van waar.
De muziek speelt Zigeunerwijzen; vol bloed en wilde dans. La musique adoucit. Maar als zij deze muziek hoort is zij zoals de muziek: vol bloed (figuurlik) en wilde dans. Zij betreurt geen boheems of hongaars te kennen. Die woorden klinken zo bloedig en wild. Zo zeer bloedig enz. Nu kan zij slechts een wilde zoen op de lippen van de geliefde drukken (met platte pers, geen rotatief) en in zijn pruisiese officiersknevel bijten. Men heeft niet wat men wil.
Wellust en bloeddorstigheid zijn sedert lang als saamhorend herkend. Als zij de rode bourgogne heeft gedronken, wordt zij nog bloeddorstiger; als zij de wilde eend geëten nog wellustiger. Samen nog wellustiger.