Het Roode Zeil. Jaargang 1(1920)– [tijdschrift] Roode Zeil, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 333] [p. 333] Verzen Bar Uit: Liederen uit de stad. Gesminkte vrouwen in diepe décolté, Schrale danseressen als halfontloofde boompjes. Rood-en groenzijden kappen op elektriese tafellampen, omdoezeld met sigaretterook als neveldampen rond eikebladeren in een najaarsmorgen. Met een laatste lauwe wind als muziek. De stemming is er de mimiek van een bacchante die droge druiven perst. - 't Is buiten herfst! - [pagina 334] [p. 334] Lentelied Uit: Liederen uit de Sel. Mijn zakkalender zegt me dat het lente buiten is. Dat is: bonte kleren in de stad, witte bomen op 't land. De lichte toiletten en de halfnaakte boezem van de jonge dames zijn dan als blanke silhoeëtten van appel- en abrikozebomen in bloesem. In vrome geneugten ligt het land onder de zon, als de jonge bruid die geniet van haar huweliksnacht, en 't jonge lijf bestreelt, waaruit een nieuwe kracht nieuw leven schept in bedwelmend omarmen. Als één enkele zonnestraal door het raampje de lente laat voelen begeleid door het kinderjoelen in de straat, dan bot mijn hart nog open in de sel, en al wat buiten staat wordt mooi. Ook de vrouwen - zodat mijn bloed jaagt sneller dan ik wil. GASTON BURSSENS. Vorige Volgende