Het Roode Zeil. Jaargang 1(1920)– [tijdschrift] Roode Zeil, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 313] [p. 313] Verzen Liedeken voor Marie-Louise Gij zijt zoo klein aan mijn schouder, en zoo broos aan mijn harde borst, ik wou dat ik nu, - zoo veel ouder, - met u nog een kind wezen dorst! En dat ik op u geleke, in de oogen de vreugde die glanst, en dat ik van u niet weke als gij luchtekens tango danst. Ik wou uwe ziel als klaar water, en uw mond, die midden een lied, een vluggen zoen en een lichten schater in allen eenvoud geniet. Mijn voorhoofd is donker van menigen rimpel, onrustig 't verstand dat naar afgronden streeft, - het leven nochtans is zoo simpel wanneer ge 't deemoedig leeft. [pagina 314] [p. 314] Herfstlied Groen geel, groen geel, de Herfst neigt naar de bloemen, pruimen en perzikken zijn er te veel, en de appelbieën zoemen! De aarde wordt rood als het bruinend jaar, de vruchten smelten van 't rijpen, de donkere bladeren worden klaar, en 't zonlicht hangt te grijpen. Rijk rood, rijk rood, ik voel de Hersft door mijn leden zwellen, mijn hart wordt zoo rijp en mijn liefde zoo groot, en de slag van mijn pols kan niet meer versnellen! Mijn oogen komen van tranen vol, waarin de peren schijnen: ik ben van alle dingen dol en 't meest nog van de kleine! [pagina 315] [p. 315] Invitation au voyage O mijn geluk, mijn naadrend kind, denk aan het stil-nakend geneucht 't gepeins aaneen te snoeren, en 't als een vogel door den wind, door oude pijn en oude vreugd, tot liefde op te voeren. Geen die alleen van droomen leeft, geen die tot eeuwig hunkren lokt en nimmer begenadigt, maar een die dorst en honger geeft, die kust en bijt, verzoent en wrokt, die lijf en ziel verzadigt. O mijn geluk, mijn troostend kind, zoek in uw harts zachtzinnigheid, naar mògelijke wenschen, dat ons de dood slechts lévend vindt, door daaglijksch lief en leed gewijd tot mensch onder de menschen. maurice roelants. Vorige Volgende