Het Roode Zeil. Jaargang 1(1920)– [tijdschrift] Roode Zeil, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 204] [p. 204] Nieuwjaar in de sel (Uit: Liederen uit de Stad en uit de Sel.) Zo is mijn nieuwjaarsdag geweest: Als ik door het tralievenster kijk (trots de reglementsverboden) zie ik boven: heldere lucht. Onder: achter tralies in gevangenismode op de wandelkoertjes de gevangenen, als leeuwen in de cirkus van Hagenbeck. Terwijl de klokken van nabijgelegen kerken het nieuwe jaar inluiden, staan ze met ogen en gedachten van een gek de lucht in te staren. Is dat het nieuwe jaar? Zou de wind uit het zuiden komen, of uit het noorden? De lucht betrekt. Was dat een watervlek? Ze spreken niet. Ze denken de woorden. Zo zijn ze allen. Ook ik. De herinneringen die ik wek uit mijn kinderjaren hangen bij honderdtallen in de schemerlucht van de sel en treden uit de duistere hoeken in het klare, voortgeduwd door 't joelen van kinderen in de straat en door het rinkelen der etensschel, die denken doet aan schoolgaan. [pagina 205] [p. 205] En als met de avend de wind opsteekt woedend als 't ronken van een elektriese tram, en het koperen gaslichtje wordt suizend aangestoken dan is de dag weer geweest gelijk elke dag. En voor elke dag, en voor ieder uur heb ik niets dan een schimpende lach. En dan hoor ik weer de pathetiese stem van mijn ex-leraar in franse rhetorika: Ne riez pas, monsieur, car il y a des choses dont on rit pour ne pas en pleurer. Zo is mijn nieuwejaarsdag geweest, Zo heb ik mijn oudejaarsdag gefeest. En al dees dagen zullen oudejaarsdagen wezen in 't nieuwe jaar. GASTON BURSSENS. Vorige Volgende