De roemrugtige Haagsche faam, of de nieuwe Amsterdamsche fonteyn
(1721)–Anoniem Roemrugtige Haagsche faam, De– AuteursrechtvrijStem: Aardig Tryntje geestig dier.
GOeje Vrinden dat gaetje veur,
Vulle de Glaazen al zonder treur,
Vulle de Glaazen, als noob'le baazen,
Vulle de Glaazen met koele Wijn,
Dat 's voor jou, dat 's voor jou, dat 's voor jou,
dat 's voor jou, dat 's voor jou, da 's voor jou,
dit voor mijn.
Nu nog eensjes vol getapt,
weder door de keel gelapt,
Kyk dat vlesje: kyk dat vlesje:
Kyk dat vlesje: dat loopt den bruy,
Laat loopen, laat loopen, laat loopen,
Laat loopen, laat loopen, laat loopen,
Het is voor dorstige luy.
Elk die vat nu zijn Geweer,
alarm, alarm, marseer, marseer,
Nu aan 't drinken, En rinkinken,
Nu gezwolgen Bagchus Sap,
rouwe, rou, dou, rou, rouwe, rou, dou:
dou, rou, rouwe, rou: dou,
'k Zal eens leegen al met een snap.
Hoog het glas hier moet gedrild,
Dat de vles al voor een schild,
Laat ons vullen, het zijn geen prullen,
Laat ons vullen voor 't laatst de fluyt:
Zie je wel, zie je wel,
Zie je wel, zie we wel; zie je wel,
Wipper de wip dat 's uyt, dat 's uyt.
|
|