Podium staat tegenover letterkundig werk met een religieus karakter. Zou men dergelijk werk, indien het bij Podium aangeboden werd (misschien is het nooit voorgekomen) zonder meer afwijzen, of zou men litteraire kwaliteiten laten prevaleren boven afkeer van godsdienstige signatuur?
H. Ik vind het een vreemde kwestie. Ik kan me er voorlopig nog niets bij voorstellen en ik zou zeggen: eerst zien.
W. Dus niet zonder meer afwijzen?
H. Nee.
W. Gesteld dat het gaat om een levensbeschrijving van een heilige; gesteld dat stijl, beschrijving, kompositie e.d. (voorzover men zulke elementen isoleren kan) uitstekend zijn, zou dan het onderwerp een reden tot weigering zijn?
H. Ik denk van niet. Heiligen hebben ook geleefd, daar valt niets meer aan te doen. Maar hoe hebben ze geleefd, dat is de vraag. Er is geen enkele reden waarom je dat niet zou nagaan, mocht je daar zin in hebben. De volgende vraag is dan, wat je ervan terecht brengt, en dat hangt er natuurlijk vanaf, of je het begrip heilig erkent. Een levensbeschrijving van een heilige zonder die voorafgaande erkenning wordt misschien wel een case-study uit een psychiatrisch leerboek.
W. Zou een werk dat een religieuze problematiek behandelt, voor Podium aanvaardbaar kunnen zijn?
H. Ik zou het eerst weer willen zien. Het is in ieder geval niet zo, dat de redaktie van Podium zal zeggen: het gaat over de Heer, dus het is in orde. Overigens wil ik u wel zeggen, dat ik mij niet kan voorstellen, dat religieuze zaken voor iemand nog werkelijk problemen zijn. Vroeger d.w.z. voor de oorlog, waren er schrijvers, die wel wilden weten dat ze godloochenaars waren, maar toch telkens weer hun verontschuldigingen maakten omdat ze een dominee in de familie hadden. Trouwens, het komt natuurlijk nog wel voor, mensen die moeite hebben met het geloof. Hoe het onder katholieken is, weet ik niet, maar de Vrije Universiteit bijv. lijkt mij een broeinest van Twijfel en Gespletenheid. Wie weet, als zo'n student in verzoeking alles opschrijft, wat een meesterwerk er tevoorschijn komt. Podium houdt zich aanbevolen.
W. Tegenwoordig wordt wel eens twijfel geuit aangaande het nut van letterkundige tijdschriften, maandelijks of tweemaandelijks verschijnend. Er zijn zoveel verschillende publicatiemogelijkheden ontstaan. Hoe denkt u hierover met betrekking tot uw eigen werk? Bieden kranten en weekbladen geen toereikende mogelijkheden?
H. Om te beginnen kan in een krant tegenwoordig veel meer dan vroeger, ook publicatie van litterair werk, stukken over zgn. controversiële onderwerpen. De krant is veel meer de concurrent van het litteraire tijdschrift geworden, vooral nu dat hoe langer hoe minder litterair schijnt te worden. Mensen die zeggen: de Nederlandse pers deugt niet, is laf en slecht, moeten eerst zeggen welke kranten ze precies bedoelen en dan zweren dat ze die ook elke dag behoorlijk lezen. Maar ik wil best toegeven, dat