Roeping. Jaargang 38(1962-1963)– [tijdschrift] Roeping– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 545] [p. 545] Alexander West In het begin Alles is gemaakt door het bewegen van de stilte, ook de dood en wat wij weten en wat wij zijn door de lichtjaren van onze ogen sluipt droefheid, rafelt fijne sneeuw langs een eindeloos verleden wij leven nauwelijks alles is gemaakt door het bewegen van de stilte, ook jij en ik en de laatste die door de vrucht van zijn vlees de schedel ziet zal bloeden in een nieuw uur van helder slapen alleen gelukkig om de ronde geboorte van een warme dag op zijn huid. [pagina 546] [p. 546] Iets Altijd gebeurt er iets ik zie gezichten ogen angst beschrijven er gebeurt altijd meer dan wij voelen wij denken voor het liefste liefde is geweest komt de stilte: stamelende sluitsteen op een onwetende grafgedachte april is jong en mijn watervruchten mijn bloedvruchten, wat ik ben niet het overblijvende ik word in woorden gewogen zal ik de kristallen schedel oogsten van een winterkoning of denkend niet woedend niet helemaal gelukkig dat de muze honger en dorst is en oorlog dat ik niet vrij in de wind in de stenen in elkaars huid verdoofde toen ik zelf nog niet bestond. [pagina 547] [p. 547] Zee Zonder waarschuwingen heb ik je gered de maanzon in je ogen de akker van je lichaam heeft paarden vertederd ik ben de zee de maanzon in je ogen heeft mij stilgelegd voor een onweer de kleine maanzon in je ogen ik ben de zee en wacht en waarschuw niet je mag leven stijgen dansen met grondvergeten voeten stemvergeten woorden mag je blazen in de mist als denken geen zin meer heeft, geen pijn ik ben de zee en wacht en waarschuw niet. [pagina 548] [p. 548] Vergezicht Ik zou een prins kunnen zijn Nietwaar A? maar men kneedde mij tot wat ik ben een klown, droevig maar met zilveren balletjes nietwaar A? Ja zal ik zeggen ja je zou een faun kunnen zijn met tuinen in je hoofd en hars aan je handen dan ben je te vertrouwen. [pagina 549] [p. 549] Woorden worden als dagen geboren Woorden worden als dagen geboren Ik heb in de wind gezwommen dichter en zeker naar een zon zonder stelsel ik ben van de aarde gekomen maar met stalknechten, het paard van de openbaring liet zich niet zien en de draak de lachende leugenaar werd gekroond met vredesveren, de duif liet zich niet zien wat zien wij dan wel geen voorbeelden wij zien borsten, hellingen van huid groene bomen, spiegels geweldige spiegels waarin de wereld vergroot schijnt en vergeet de kleine parel de witte walging de stap de stomme tedere stap een steen een korrel bloedgeweld zij laten de dood niet zien. [pagina 550] [p. 550] Winter voor iemand die iemand is gevlucht in een woord van sneeuw over stenen tekens gevlucht naar het huisvuur waar ik begon te denken aan vandaag aan de zon de zon zelf in iemand zonder geliefde vluchtend door het kristallen morgenland ik heb de draad bedacht en laten splitsen de dood aan het spinnewiel zien zitten puur en eeuwig als altijd nu ik het spel van vluchten en bedaren verdraag kan ik het lichaam de levende nacht niet meer alleen als vergezicht van eigenliefde laten. Vorige Volgende