Roeping. Jaargang 38(1962-1963)– [tijdschrift] Roeping– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 219] [p. 219] Joop van Breemen Japans silhouet Rood is de hemel en het zwaard kleurt rood, altijd weer dit spel van bloed en dood, geen Fuyi zal ik zien, geen tempel ooit betreden, mijn fatum: dat ik door ieder word gemeden. Geen wroeging heb ik om mijn daden, mij schiep de meesterhand uit stof die grondloos sliep. Telkens als ik sterf wordt alles duister, bloesems welken, blad staakt zijn gefluister. Schurk ben ik, bandiet zonder geweten, steeds door het zwaard uiteengereten. Noem mij hard, mijn meester is onzegbaar wreder: hij speelt zijn wet - ik ben de overtreder. [pagina 220] [p. 220] Die mij het naast is Sinds ik naast haar mijn plaats heb ingenomen, zie ik haar verschijning als een dagelijks herlevend wonder: smalgesneden beeltenis met nauwelijks spoor van moederschap, stem die de zwaarte der dingen spelenderwijs overrompelt. Zij, lichtvoetige, openbaarde mij de bron der ingewijden voor ik vleugels vormen kon om naar een mythe te ontkomen, zij is de stenen tafel uit een zeer oud testament, vertrouwde sleutel tot ontoegankelijke schrifturen. Sluitstuk van mijn leven is zij, kleinste omega der vrouwen; steeds wanneer ik in haar ogen tracht te lezen, vergeet ik omhulling en oorsprong aan dieper gronden van een wezen dat als bloemkelk zich ontvouwde. [pagina 221] [p. 221] Gedicht Geef hartstocht geen naam laat de liefde slapen in het bed met de donkere lichamen der geliefden roer niets meer aan als je duizeling voorbijgaat koorddanser zul je blijven vallen in iedere hoeve zul je wonen in de dorre bladeren de gedempte herfsten de vervallen kastelen in de uitgemergelde gezichten van steeds wisselende vreemdelingen als je duizeling aan stukken breekt zullen de sterren oprukken door je lichaam zal de maan je slaan met blindheid zal alleen nog het water misschien je misprijzend verbergen en in elk geval zal de woedende regen je met zijn splinters doorzeven [pagina 222] [p. 222] als je duizeling voorbijgaat zal je leven aan stukken breken zal de zon zich tegen je keren zul je huilend over de eindeloze laagvlakte temidden van wolven tegen de sneeuw beschutting zoeken en zal het vuur de looier zijn van elk verlangen koorddanser een dode boom zul je aanbidden en blikseminslag - geef hartstocht geen naam vannacht laat de liefde slapen in het bed met de diepe lichamen der geliefden en roer niets meer aan. Vorige Volgende