Roeping. Jaargang 38(1962-1963)– [tijdschrift] Roeping– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 65] [p. 65] [Nummer 2] Sonja van Mechelen Over de gekartelde heuvels Ik sluip over de gekartelde heuvels 's avonds als boeven en verkrachters moe zijn de stenen wereld is ingeslapen een dot bedotting in de mond de overwinteringskazernes zijn vol de prooien links en rechts gevangen en de straten gonzen van de verhuisde trouwbeloftes amusementsmuzieklawaai door de zwijmelende ramen onmachtig iets van die vreugde te verstaan die proppen mensen bij mij te nemen sluip ik over de gekartelde heuvels de velden sussen mijn protest en sturen het laatste verwilderde paard. [pagina 66] [p. 66] Vogel zijn Gevedertes lang zal ik vogel zijn op een boswaardige berg wieken trainen snavel punten fluiten eten vliegen puntig schrift nalaten op schoolborden aarde een rij pratende blikjes in tuinen sta ik te woord ik heb menselijke dromen over verboden oorden maar soms wat luchtziek daal ik voor een venster en leen begrip bij een engel van een mens. Vorige Volgende