Nieuwe Boeken
Roel Houwink, Persoonlijke herinneringen aan Marsman, Uitg. De Beuk, Amsterdam.
Marsman en Houwink hebben belangrijke jaren van hun jeugd in Zeist doorgebracht, zijn er lange tijd literaire vrienden geweest en hebben er twee jaar samen de redactie van ‘De Vrije Bladen’ gevoerd. Arthur Müller Lening was daar dè vriend van Marsman's jeugd; met Houwink was hij meer verbonden door een letterkundige belangengemeenschap. Het was een goed idee van Houwink daar eens over te willen schrijven. Een samenvattende studie over het tijdschrift ‘De Gemeenschap’ is door Harry Kapteyns voltooid; een soortgelijke over ‘De Vrije Bladen’, gevraagd aan D.A.M. Binnendijk die jarenlang redactie-secretaris was, zal er voorlopig niet komen.
Daardoor dreigen samenvattende gegevens over een belangrijk stuk contemporaine literaire historie verloren te gaan of in ieder geval minder direct bereikbaar te gaan. Het is daarom jammer dat het boekje van Houwink zo beschouwend is, zo weinig exact, en dat de schrijver zo onverschillig stond tegenover het verstrekken van directe informaties. Hij schreef een min of meer bespiegelend en commentariërend essay over zijn verhouding tot en zijn samenwerking met Marsman, een essay dat vrij algemeen bleef, zeer weinig interessante gezichtspunten biedt en naar het einde bovendien verzandt in veel nodeloze, wereldbeschouwelijke gewichtigheid. Jammer. Maar er staan natuurlijk toch wel een paar wetenswaardige, verder nog onbekende zaken over Marsman in. Wie zich daarvoor interesseert zal het dus toch wel willen lezen.
Gabriël Smit
| |
Martien Coppens, Land van stilte, De Kempen, de Peel en de Kleine Meierij in de dertiger en veertiger jaren, uitg. De Coöp. Zuivelvereniging ‘De Kempen’, Eindhoven, gen. oplage van 500 ex., 1961.
Het ontbreken van de vroegere Maecenas in de wereld van vandaag heeft de wereld der kunsten nauwelijks van ijdelheid ontlast, maar wel van stuwkracht die weleer van de geldmacht op de kunstproduktie placht uit te gaan. De ijdelen zijn gebleven, al zijn ze nu ‘sine nobilitate’ en heten ze dus snobs. Ze doen nuttig werk voor de kunst. Ze houden het geroezemoes gaande, dat voor opgewekt artistiek leven zou kunnen versleten worden en soms ontstaat er uit hun geroes ook artistiek leven. Maar geld is daar niet of nauwelijks meer bij. De artiest werkt op eigen rekening, voor de musea ook wel en zo dus langs een omweg toch wel weer op onze rekening, maar er is zelden meer een opdracht. Wel eens verkoop, maar geen opdracht meer: hij is uit het dienstverband terecht gekomen in het veel meer leepheid vergende bedrijf van de handel, waar het profijt enig doel en het bedrog tot de gewone zeden behoort. Een uitzondering vormen de industrieën. Zij zijn de grote opdrachtgevers van vandaag en zij zijn het die vage herinneringen oproepen aan het oude maecenaat, dat ijdel en kwasterig soms, desondanks ook de grote inspirator en criticus en bewonderaar was: in al zijn glorie de rechtvaardiging van een kunstenaarsbestaan.
Bij de opening van de nieuwe melkinrichting ‘Campina’ in Eindhoven gaf de Coöperatieve Zuivelvereniging ‘De Kempen’ Martien Coppens de opdracht een boek samen te stellen, dat gewijd zou zijn aan de streek waaraan de vereniging haar naam dankt. Zij heeft daarmee in de roos geschoten. Al tientallen jaren had Coppens van de samenstelling van zo'n boek gedroomd, tientallen jaren heeft hij er voor gewerkt, maar al
| |
die tijd ook zonder kans op interesse van de zijde der uitgevers. Men geeft zonder angst platenboeken uit die betrekking hebben op toeristisch geliefde streken, maar men geeft geen platenboek uit over een streek die toeristisch niets betekent, hoe goed mogelijk ook de platen zijn. In de fotografie bepaalt het onderwerp nog altijd meer dan de vorm de betekenis die er aan wordt toegekend. Veel fotohanteerders vragen er ook niet anders van als documentatie en zijn niet erg ingenomen met de pretentie van de fotografen om hun objecten tot uitgangspunt van fotografische verbeelding te maken. Is een boek over de Kempen dus nauwelijks interessant voor toeristen en vreemdelingen, bij de Brabanders zelf moet men waarschijnlijk ook niet op al te levendige kooplust rekenen als het over een Brabants boek gaat: ten eerste zit bij de meeste Brabanders het geld nog veilig in de sok, vervolgens hebben ze na een periode van generaliteitsschande een al te schielijke dronk zelfbesef ingekregen, zodat ze momenteel een vrij sterke kater moeten zien de de baas te worden, misselijk worden bij de vaagste gedachte aan weer een teug Brabantia Nostra en hunkeren naar frisse wereldlucht.
Ik heb nooit geweten dat melk goed is om een kater te verdrijven. Maar de melkfabriek heeft ons nu Brabant te proeven gegeven op een manier die van Brabantisme bevrijdt - tenslotte is een goede borrel het enige dat helpt tegen borrels. ‘Land van stilte’ is een oerprovinciaal boek dat van provincialisme bevrijdt alsmede van de vrees voor de provincie. Negentig foto's, geordend volgens de vier seizoenen, te beginnen bij de lente, roepen beelden op van de streek rond Eindhoven. Die is niet groots en zelden weids, niet zeer eenzaam maar wel stil, sedert lang in cultuur gebracht, maar toch nog volop natuur, omdat de uitbating nauwelijks te bespeuren is en er de sporen van industralisering ontbreken, de stemming is er ernstig en berustend, niet kleurig maar tonig. Geen streek voor toerisme, of men moet er een tijd willen zijn om wandelingen te maken waarop ‘niets’ te zien valt, geen oude of nieuwe architectuur, geen watervallen of vergezichten. Dan komt men in contact met wat velen het liefst is, en ook de fotograaf van ‘Land van stilte’: paden die met kleine wendingen gidsen van akker naar akker, tussen de mastenbossen en rond de boerderijen. Op deze weggetjes heeft men het gevoel dat ze naar huis gaan. Het is wijs geweest van de fotograaf ons het land te tonen in alle vier de seizoenen: een landschap dat maar in één seizoen het zien waard is (de Betuwe in de bloesemtijd) is het landschap niet waarin men thuis kan geraken. Het huis van het landschap is gebouwd uit vier seizoenen en wie daarin thuis wil raken moet dezelfde paden in alle seizoenen begaan. ‘Land van stilte’ geeft die ervaring van de weg in vier seizoenen. Aan het eind de ervaring dat men ergens aankomt. Dit is wel te danken aan de zorgvuldige compositie van het boek. De kwaliteit van de afzonderlijke foto's is doorgaans zo zeldzaam hoog, dat men ze ook kan afzonderen uit de reeks: tientallen foto's zouden, uit het boek gelicht, het
geheel kunnen representeren.
Dat kan niet van veel fotoboeken worden gezegd. Foto's winnen er gewoonlijk bij als ze in een reeks zijn opgenomen. Maar ‘Land van stilte’ geeft ons foto's die in de reeks een onderling verband onderhouden dat meer lijkt op het verband van de dichtregels in een vers als dat van de hoofdstukken in een roman. Ook de versregel heeft die eigenaardige zelfstandigheid buiten zijn passen in het versgeheel. De aandachtige kijker zal merken met hoeveel plastische zin de foto's op elkaar rijmen, elkaar herhalen, contrasteren en elkaar gewicht geven. ‘Land van stilte’ lijkt me na herhaald kijken het meest vanzelfsprekende en meest bijzondere boek van Coppens.
Lambert Tegenbosch
| |
Ontvangen boeken
M.F. Nesturch, Die Abstammung des Menschen, mit 162 Abbildungen, Urania-verlag, Leipzig/Jena/Berlin, Leinen 10,80 DM. |
Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 12, 1961, onder red. van Prof. dr. A.M. Hammacher, Dr. H. Gerson en Dr. E.F. van der Grinten, uitg. mij. C.A.J. van Dishoeck, Bussum, geb. f 27,50. |
Wouter Lutkie, Onze rol spelen. Een keuze uit het werk van Wouter Lutkie, pr., samengesteld en van een verantwoording voorzien door Henk van Gelre, met een inleiding van L.A. v.d. Linden, uitg. ‘Soli-Deo’, Nuland (N. Br.), f 2,50. |
Ooievaars-pockets: 141 Marga Minco, De andere kant, verhalen; 142 M. Nijhoff, Het heilige hout, drie spelen, 143/144 Jan Campert, Wier, een zeeuwse roman, uitg. Bert Bakker, Daamen N.V., Den Haag. |
Nora Danner, Een gewoon echtpaar, uitg. Bert Bakker, Daamen N.V., Den Haag 1961. |
Mischa de Vreede, Eindeloos, een episode, uitg. Bert Bakker, Daamen N.V., Den Haag 1961. |
Dr. J.L. Klink, Bijbel voor de kinderen, met zingen en spelen, 2 delen, ill. Piet Klaasse GKf., uitg. Het Wereldvenster, Baarn. |
Literaire Pockets: Jean Genet, De negers, vert. Max Croiset, LP 59; Hugues C. Pernath en Paul Snoek, Soldatenbrieven, LP 69; Jack Gelber, De schakel, LP 73; 1900-1950 Bloemlezing uit de moderne buitenlandse poëzie in Nederlandse vertaling samengesteld door Sybren Polet LRP 15; uitg. De Bezige Bij, Amsterdam, 1961. |
Prof. dr. L.C. Michels, Filologische Opstellen, III, Stoffen uit Vondels werk, uitg. N.V. Uitg.-Mij. W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle, 1961, f 17,50. |
Hadewijch, Strofische Gedichten, Middelnederlandse tekst en moderne bewerking met een inleiding door prof. dr. E. Rombouts en N. de Paepe, uit. N.V. Uit.-Mij. W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle, 1961, f 14,50. |
Credo-Reeks: 7 Henri Daniël Rops, De Heilige Schrift, vert. drs. O. van Wanroij O. Carm.; 10 Amédée Brunot S.C.J., De boodschap van Sint Paulus, vert. Drs. M.A. Bingen uitg. N.V. Standaard-Boekhandel, Amsterdam-Antwerpen 1961. |
|
|