Roeping. Jaargang 37(1961-1962)– [tijdschrift] Roeping– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 527] [p. 527] Noord Ik zag je onverwacht ik zag je onverwacht, je zat naar eigen aard, op de plank van een boekenkast. een verblijf, zoals alleen een vrouw het opbouwt om zich heen; wand naast wand, de vloer verheven. je bewoonde de uitgestrekte verdieping van het duitse warenhuis. je zweeg over heel de verdieping, je leunde op een arm naast je bekken. je voeten lagen dicht bij je bekken, en naast je voeten lag roodharig een baby'tje. jullie bewoonden de stilte in je eentje; dit maakte mij een vreemd element. je glimlachte vriendelijk, je haren hingen lang glanzend, je noemde mij: vriendje. niets was gebeurd. ik raadde een jongetje. zijn naam wist ik gisteren. [pagina 528] [p. 528] Nu nog even omgeving hexapoden zijn vrouwen met overtuigende bovenlichamen hexapoden zijn soms atleten gemotiveerd hard met aflopende heupen hun zwaarte is verwonderlijk gezien de draagvlakjes verklaarbaar is daarentegen hun evenwicht hun specifiek bouwplan is onophoudelijk als een gewoonte zich ongevraagd kenbaar te maken met name de springers gedragen zich agressief al hebben die vliegen kunnen geregeld geen voorkeur op de duur zorgt iedere dunpotigheid voor griezels [pagina 529] [p. 529] hun alomtegenwoordigheid heeft om deze reden nut men kan een voorkomend geval een klap geven ongetwijfeld doet die hem een vreemde hoek verkiezen tussen muur en plavuizen (later stel ik mij in veiligheid bij een vredig wrokkende broer mijn siamese poezen zullen stoeien als ongewenste vreemdelingen zo voorzien zij in konflikten naar behoefte) [pagina 530] [p. 530] Want dit is je taak vertel me - vleit het meisje - niet over je zelf moeilijkheden maar van dansende handspiegels mijn ogen van hardlopende struisvogels die lachen om gisteren angst laat mij de reuk horen van verdampend koper zie me de warmte om kinderruzie peil me de haat van ongewenst gewas tegen de rozenminnaar tast me minuut en uur de overtuiging af van bijv de mierenleeuw [pagina 531] [p. 531] want ik ik heb geen fantasieën meer te mummificeren de meeste glans onwaarheden zijn me - lang geleden en ver onder de prijs - al afgekocht [pagina 532] [p. 532] Rijpen van gevoelens er lag ontegensprekelijk sprakeloze bewondering in ieder van je liefkozingen naast mijn lippen stond vrouwelijk-doortastend en onvermoeibaar je aandacht ik aksepteerde je bewondering als een herenrecht je aandacht nam ik als lijfwacht in dienst ik geloofde je onvoorwaardelijk * eigen zinnen schreeuwen me de nieuwste cliché's toe mijn gebaren grijnzen me uit de leugens herkenbaar: in je ogen hurken hoogstens nu en dan nog schouderklopjes Vorige Volgende