Roeping. Jaargang 37(1961-1962)– [tijdschrift] Roeping– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 503] [p. 503] Huldedichten geschreven bij gelegenheid van P.K.'s zeventigste verjaardag op 1 december 1956 en hier voor het eerst gepubliceerd. Aan Pierre Kemp (een telegram) Geen dichter die ik meer benijd dan U, die steeds zich kan bevrijden. Toch hoop ik U nog langen tijd, genietend van U, te benijden. A. Roland Holst Aan Adriaan Roland Holst De dichter, zeer door U benijd en die zich schijnbaar kan bevrijden binnen de verfdoos van de Tijd, moet vaak verzwegen lijden, want hij weet niet, hoe dat het gaat en wat de zin van zijn verdriet is: dat hij zich weigeren moet aan wat bestaat en maar moet houden van wat Niet is. 27.12.1956 Pierre Kemp [pagina 504] [p. 504] Uit het liber amicorum 1956 Dichter van blauw en rood, De felle kleuren leven Zooals gij hun geboodt. De kleuren alle zeven Hebben onder uw hand Hun hartebloed gegeven. Alleen het paars hield stand. Het wou alleen maar treuren, Als zwaarte op het land, Een wolk om nooit te scheuren, En aarz'ling in 't penseel. Toch kan ons niets gebeuren: Kemp trok een rand van geel. S. Vestdijk Het licht achter de woorden aan den lijve uitstaan, het hele lieve leven door; oog om oog kijken, tand om tand beschrijven, moedertaal tatoueren in ons oor. Guillaume van der Graft Vorige Volgende