I | Het heilig Uur (p. 88 van uw manuskript) |
II | Als Bloemen (p. 105) |
III | Begraven mond (p. 12) |
IV | Teleurstelling (p. 39) |
V | Bleu de France (p. 2) |
VI | Lampen (p. 30) |
Een verzameltitel moet deze verzen tot een soort dramatiese eenheid met een verzoenend slot maken. De beste naam leek mij ‘Bleu de France’, maar mogelijk heeft u een of andere voorkeur, laat ons zeggen ‘Carmen Matrimoniale’ of iets in deze fraaie trant. Dat wordt aan u overgelaten, maar de volgorde is een dringende eis der Redaksie, buiten deze durven wij met uw gedichten niet in zee.
Mag ik per omgaande vernemen wat u zelf erover denkt het zo te regelen? Het geheel, dat op deze wijze ontstaan zal, is waarlijk sjarmant. De gekozen verzen immers zijn wel de beste der verzameling.
Plaatsing kan echter pas geschieden in de volgende jaargang, die met oktober begint. Er is een steeds wassende overvloed goede kopie.
Hartelik groetend
namens de Roeping-Redaksie
Anton van Duinkerken
Lieve Vrouwestraat 20
Bergen op Zoom
P.S. Over uw honorarium zal G. Knuvelder u nader berichten. De niet aangenomen gedichten gaan bijgaand retour.
Met potlood noteerde Pierre Kemp op de brief, dat hij hem 28/7.27 per post ontvangen had en ‘Bleu de France’, de titel waaraan hij dus toen de voorkeur zal hebben gegeven. Bijna een jaar nadien moet hij van inzicht veranderd zijn, want toen kwam hij terug op mijn idee om de bundel uit te geven onder de voorgestelde latijnse titel. Echter: hij vertrouwde mijn latijn niet te best, hetgeen ik wraakte in de volgende verdedigingsbrief:
Geachte Heer Pierre Kemp,
Wees gerust: Carmen Matrimoniale (m.v.: carmina matrimonialia) is volmaakt, edoch misschien geen ‘klassiek’, latijn. De klassieke schrijver gebruikte het graecisme ‘epithalamion’, dat echter een enigszins engere zin van ‘bruiloftslied, jubel om het huwelik’ heeft dan de meer algemene term ‘c.m.’, die letterlik ‘een lied, het huwelik betreffende’ betekent en deze zin behield in ‘huwelikslied’ tegenover ‘bruiloftslied’.