sinds januari: (volgens genoemde journaaltjes) Na het anti-fascisme van de verrassenderwijs als Gard-Sivik redakteur ten tonele gevoerde Piet Calis dus het pro-fascisme van Ben Wolken. Goddank de vijand alsnog op heterdaad in het roomse kamp betrapt! De verzekeringen van de heer Steegh dat de Linie hem heus wel feller zou hebben gekritiseerd als zij maar gedurfd had, en dat de eigen ervaring hem had geleerd dat sommige van de vroedere fascismekraaiers nog altijd niet zijn bekeerd, mochten bij de geoefende lezer eens een wat meewarige reaktie hebben uitgelokt. (Ik zeg niet dat Steegh onwaarheden heeft verteld, het is alleen een beetje onnozel - laten we het daarop houden - zulke uitspraken te publiceren.)
Intussen zal de geoefende lezer niet hebben verzuimd op te merken dat het hijsen van de vlag van het fel anti-fascisme op artikelen over Spanje en Algerije anno 1960 - afgaande op mijn indruk van genoemde artikelen zou ik zeggen: pour besoin de la cause - veel weg heeft van een onbedoelde illustratie van de door Wolken over het algemeen begrip ‘fascisme’ gestelde diagnose.
SMIT: De bloemlezing ‘Deutsche geistliche Dichtung aus tausend Jahren’, die Friedhelm Kemp liet verschijnen bij het Kösel Verlag in München, is een mooi boek, een der beste bloemlezingen die ik ken. Maar ik moest toch wel even slikken toen ik in de inhoud de namen aantrof van Bertken von Utrecht en Guido Gezelle. Excuus: de tekst van Bertken komt uit ‘Horae Belgicae’ van Hoffmans von Fallersleben, van Gezelle zijn er de sublieme vertalingen van Rudolf Alexander Schroeder. Maar iets meer tact bij de erkenning van een bepaalde nationaliteit lijkt mij toch wel gewenst. Na wat er zo gebeurd is.
VERHOEVEN: Laten we nu eens ophouden met dat eeuwige gekanker. Tenslotte is kritiseren heel gemakkelijk en goedkoop. Opbouwende kritiek mag natuurlijk wel, maar altijd dat afbreken! Laten we nu eens wat gezelliger zijn en niet zo zwaar op de hand. We zijn toch allemaal maar mensen. Er zijn toch heus wel mooie dingen in het leven: de zon, de bloemetjes, de liefde. En niet te vergeten: 's middags na de berichten het optreden van onze nationale troubadours, de ambassadeurs van het gezellige Nederlandse lied: Eddy, Max en zovele anderen. Zij leren ons toch, dat het leven een zonnige aangelegenheid is; daarom jubelen zij het uit. Zeker, zij zingen ook van weemoed en verdrietjes; zij kennen het leven. Maar achter de wolken zien zij de zon, al schijnt zij niet. En vergeet ook niet, dat er morgen nog een dag komt; ja, daar denken wij dikwijls niet aan; goed, dat Eddy en Max er eens op wijzen. Op die manier wennen wij een beetje aan dat rare idee. Zet dus je zorgen aan de kant en neurie een olijke, vrolijke deun. Och, wat kunnen ze mij ontroeren, die speelse en poëtische teksten over houwen-trouwen-nestjebouwen, zusje-kusje en humeur-gezeur. Er wordt, als je dat zo hoort, toch ook in deze barre tijd nog intens van elkaar gehouden, zij het dan vaak op gronden, die kniezers als ontoereikend beschouwen. En wat ik ook niet begrijp is dat er mensen zijn, die liever buitenlands horen en de Nederlandse liedjes onbenullig vinden. Teddy had het er laatst ook nog over. Ik vind zo: wij mogen er gerust voor uitkomen, dat we Nederlanders zijn, heus. Al is ons landje dan klein, ik vind het toch reuze fijn en we hebben er veel gein. Kijk eens, je kunt het toch nooit iedereen naar de zin maken, dus laten die zgn. intellectuelen zich maar met hun muffe boeken bezig houden. Wij zoeken de zon op, dat is zo fijn. Allemaal!
TEGENBOSCH: Het blijft ons zelfbesef hinderen, dat het pocket-book een succes is, maar onze benaming ervan niet erg. Om er het beste van te maken veranderen we de spelling naar 's lands gelegenheid en schrijven pocket-boek. Het is te voorzien dat eerlang iemand er pokketboek van maakt. Elke weg is nu eenmaal onderweg naar een eindpunt. In de onderhavige spellingkwestie ligt dat punt niet ver af.
De vertaling zakboek is niet gelukt. We hadden al een zakboek, zij het dan meest een zakboekje, en dat is een notitieboekje, in een departement van het costuum of, bij dames, in een handtasje te vervoegen. De Engelsen niet, die hebben een