Roeping. Jaargang 37(1961-1962)– [tijdschrift] Roeping– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 160] [p. 160] H.J. van Tienhoven Nabestaande Voorbij de bomen is de dood vervuld, het groen der weilanden adembenemend van alomvattend herfstelijk geduld, op groter hoogten al naar winter zwemend. Nog groeit in mij een wortelstok: een man verrijst aan alle horizonnen zichtbaar opdat mijn dode met dit laatste licht haar naamrune in mijn lichaam snijden kan. Zo word ik deze winter nabestaande, bloedig getekend met haar lieve naam, maar niet voor hen die, blindelings langs mij gaande, niet zien wier hartslag in mij stil bleef staan. [pagina 161] [p. 161] Meimorgen Bloedwarme tederheid, albasten morgen. Het oor drinkt oergeluiden in. Ontvang uit handen van verleden het wijgeschenk van nieuw begin: Een dag eivol aanvankelijkheid, meimorgen, junigeur, oktoberzon; opnieuw schiet oud verlangen kuit in 't water van Kapernaüm. Zichzelve brekend en gebroken wordt wonderbare spijs dit licht! Meizoen de mond. De mist, de morgen staan in het teken van de Vis. [pagina 162] [p. 162] Eerstgeborene Een kleine vuurzee eerstgeborenrecht. Nog eenmaal heft een hand boven de einder die schotel linzenmoes: vecht erom, vecht sterre van Bethlehem, de weg is u bekend. Lijnrecht is de natuur, een drachtig dier verleent het adelsbrief en vrijdom uit eerbied voor de toekomst van de dood die vlees tot een onschendbaar hulsel kiest. Een schotel linzenmoes, een ster, het brood dat klaargelegd wordt om te breken, eet er van Adam, tot een teken dat God uw oudste rechten heeft gekocht. [pagina 163] [p. 163] Het moet wel Het grijze licht valt loodzwaar op het land. Het moet wel zijn omdat ik zo gebrand ben op een oneindig lage zonnestand, die men betasten kan met beide handen - het moet wel dat zo water kan ontstaan op hoogvlakten waar maansteen licht gaat glimmen en waar een kind stil uit zijn raam kan klimmen en tot de grens van licht en water gaan. Weer tast ik water en ik vraag niet meer. Het bloed zoekt wel zijn weg tussen de doden. Over een landschap van gestorven goden zal straks deze avond dalen van weleer. Vorige Volgende