Roeping. Jaargang 36(1960-1961)– [tijdschrift] Roeping– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 700] [p. 700] Lode Bisschop Gedichten De zoon treedt als een potscherf op de vader rondom staan engelen als violen viooltjes gericht op het medaillon de scherf met griekse afbeelding en in de wijdheid zing ik: Sanctus Sanctus rondom hen is een niets van blauw tot wit de witte struif die dooier en eiwit scheidt de dooier het medaillon de God in God en daar omtrent engelen ik: Sanctus Sanctus en onder de aarde met kleppende vrouwen meppende kerels spelend als kinderen de hel met de duivelen als engelen op vuur gericht vloekend hun sanctus sanctus en in het vuur de doodstrijd der verlatenen gekromden onder de vlerk de klauw van duivels en in hun vergekte gezichten het eenzaam' onbegrijpende op engelen, vleugels en ik zingend: Sanctus Sanctus [pagina 701] [p. 701] Genegen Toen mijn ouders elkander kusten zag ik twee knoppen op een verzonken steel in een peinzend water zich over elkaar nijgen en zich weerspiegelen in het grijze water waarin ook lisdodden spiegelden en zeeasters en anemonen en aldaar brak de knop bij de laatste aanraking en de bladeren vielen in het witte water grijze bladeren als haren en witte ogen als ogen en in het water zag ik nauwelijks een rimpeling alleen toen ik diep over het water keek zag ik enkel een witte knop Vorige Volgende