Roeping. Jaargang 36(1960-1961)– [tijdschrift] Roeping– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 608] [p. 608] Michel van Nieuwstadt Gedichten Dit is een erg kleine nacht, daarom een klein spierwit konijn zit op de heuvel slapend dit bij zijn oor te pakken [en ja] zodat het wegloopt: een reeks gedichten to resuscitate the dead art of poetry, de kleine godemuts van de gedachte gelegd in het gras van de sterren When I but think upon the great dead days And turn my mind upon that splendid madness, Lo! I do curse my strength... [Ezra Pound] Krachtig en eenzaam joeg ik de wind en kende de wijsheid der sterren toen kwam ik terug op de wereld: afgedaald, de zon op mijn schouders sneeuw regen hagel vertelde ik mijn geheimen: een siberische koude vond ik: in deze grote besneeuwde stilte zitten mijn oren als witte muizen te luisteren naar de geheimtaal van de ruimte: [o, deze andere werkelijkheid: gevierd was ik onder de vogels] [pagina 609] [p. 609] luister hoe de zomer overwintert in de warme slaap van kinderen in het stadspark van hun ogen te slapen gelegd: onder de jonge groene bomen van hun adem spelen ze 's ochtends in matrozenkleren zie je het oude arabische vuur van de vreugde? schuimend als ruiters te paard: jaren en jaren geleden de wind was mijn klakkende gouden zweep en mijn oog keurde de wol- ken goed: stil en ernstig reed ik over deze wereld steden en pa- leizen bekijkend en mijn hart omkerend van plezier.. onuitsprekelijk, fluitspeler van het voortreffelijke verdriet: welkome gast in mijn huis ik leerde de wetten der mensen kennen, ik gaf de onuitsprekelijke lief- kozingen prijs: luister maar hoe de wind zijn laatste wanhopige hulde brengt aan de bloemen.. [pagina 610] [p. 610] over mijn wereld over jouw wereld loopt de zon als een gouden kever en het verdriet hangt als een vleermuis tegen de hanebalken van mijn hart deze dag waarop ik zolang heb gewacht: de kleine pluizige tennisbal van het geluk ik draag hem in mijn handen in de blauwe namiddag terwijl de zon op zijn empirestoel de uren aftelt o het verschrikkelijke verlangen dat als een eekhoorn rondspringt in het witte berijpte bos waar de wind lispelend spreekt van het ongekende geluk en de zon die oude verdomde zon als kauwgom in het meisjeshaar van de bomen zit geplakt: want ook vandaag heb ik het geluk niet gekend o de kleine pluizige tennisbal van mijn hart ik gooi hem 's nachts door het w.c.- raampje van de maan en de nacht valt als sterren aan duigen: de grote ton van de ruimte de rust en het zilveren gezelschap van de uren: zittend in mijn prinsheerlijke tuinstoel: zelfs niet de rust van de onrust, luisterend naar de violoncel- muziek van de zon op de wolken: brrmm brrmm [pagina 611] [p. 611] deze dag waarop ik zolang heb gewacht: wordt door de wind als een lint aan stukken geknipt: en zijne excellentie de minister van het verdriet wordt door het gepeupel met klaterend applaus ontvangen laat ik dan maar leven als een reiziger sprekend met het goudgekleurd gezelschap van de dagen: fier, op een marmeren voet van genegenheid: maar de nacht is het dode dorre gebied herinner je: de dunne fijngeslepen gesprekken: de moeheid spreidde zich over ons uit, het zachte fluisteren van vingers bespelend de tere fluit van ons lichaam en de maan, luisterde met het grote zilveren oor, wijs en honderdjarig nu ben ik een reiziger en ken zelfs niet de rust van de onrust ook de nacht is vol verdenking: koninklijk keilend met sterren [pagina 612] [p. 612] de slaap rijdt als een piepend wagentje langs de hemel: de kromme zandige weg van de hemel de avond komt met eentonige bewegingen: haalt uit het rose damestasje van de horizon zijn zijden zakdoekje te voorschijn en wuift de dag weg als een grote prachtige vlinder en de maan fietst op zijn zilveren fiets door het grote wieler- paleis van de ruimte: de witte baard van de wolken ritselt tussen de spaken maar spreek geen kwaad van de wereld: ik meng de wind op mijn vleugels, en ook het verlangen is verstaanbaar.. verblindend en helder - witte mousserende wijn - is de rijke stroom van het verlangen: de wind als een kale geplukte kip rent kakelend over de heuvels: eindeloos worden de wegen hier in zijn stille ijskoude bed [een wit kasteel gebouwd door slapeloze handen] zit de troosteloze eenzame vervloekte oude idioot van een koning: [somber dromerig hongerig sterk:] [pagina 613] [p. 613] o, ik zou willen veranderen: in een vlinder wonende onder de sterren; deze schommelende vette wereld [dom en gelukkig] ondergedompeld in het dampende warme woud van de slaap niemand heeft me begrepen: mijn hart dat als een hommel danste boven de bloe- men niemand heeft mijn stem verstaan niemand heeft mijn stem verstaan kromme bekokstoofde stoffige maan zie je mijn stem niet angstig, als een mager krijsend biggetje aan komen rennen over de spekgladde nacht? stokdoof uilskuiken slapend in het mos van de sterren! o oude wereld die ik niet kan betoveren: ik zal je in mijn kleine behaarde handen pakken en ik zal je braden als een kleine kale kip boven het brandende vuur van de ruimte And that the world should dry as a dead leaf Or as a dandelion seed-pod and be swept away So that I might find you again, Alone [Ezra Pound] ik vraag je ben mijn kleine weimarrepubliek ik zal een dekreet een wet uitvaardigen ik zal je mijn liefde verklaren ik zal je maken mijn lief klein liefdesregime ik zal de oorlog verklaren aan alle bevriende landen ik zal de wereld vernietigen [de kleine godemuts van de gedachte gelegd in het gras van de sterren] Vorige Volgende