zeefd. Manna-stuifmeel dat onmogelijk ooit verzameld kan worden, omdat het met elk ding meteen een feestelijke verbinding aangaat. Ook met de stenen, de droge greppels, het asfalt. En met mijn keel, waar het als stikstof kriebelt.
Op mijlen afstand is Castel del Monte zichtbaar, een blokje uit de blokkendoos, boven op een afgeknotte heuvel gezet. Dichterbij komend ziet men steeds meer geleding in de bouw, die eer schijnt te willen brengen aan een onweerlegbare logika: een zware achthoek van twee verdiepingen heeft bij elke muurscharnier een achthoekige toren. Vanuit een vliegtuig zou het kasteel er uit zien als de vervaarlijke stomp van een versteend, hol potlood. Met versierende komplikaties op de hoeken.
Het bouwbegin moet rond 1240 liggen. Een franciskanerbroeder Elias wordt als vermoedelijke architekt genoemd; dezelfde die verschillende minderbroederkerken ontworpen zou hebben? En die de onpraktische troep heilige vrienden van Franciscus, argeloze, blijmoedige bedelaars, organiseert tot een straf konvent? Het is niet onmogelijk. Het uitgangspunt van het kasteel is even gotisch als Elias' San Francesco te Assisi, die in 1253 klaarkomt. De acht zalen van iedere verdieping, rond de achthoekige binnenplaats gebouwd, hebben enkelvoudige kruisgewelven. De muren, verschillende ramen en de geleding van de binnenplaats met de vier deuren vertonen spitsbogen. Gotische figuurkonsoles ondersteunen enkele ribben. Een ervan toont een opmerkelijke overeenkomst met een figuurtje in Santa Maria Novella in Florence. Weer die raadselachtige betrekkingen tussen Pisa-Toscane en het zo ver gelegen Apulië. Giovanni en zijn vader Niccolò Pisano, de Pisaanse beeldhouwers, zijn indirekt verbonden met Santa Maria Novella. Wordt de oudste niet ‘Niccolò da Puglia’ genoemd? En brengt deze zeldzame versiering van de rij konsolekoppen, het hele middenschip langs, van de kathedraal te Ruvo in Apulië als architektonische idee niet over naar de dom van Siëna?
Precies boven de ingang ligt de troonzaal. Hier, zoals overal, dragen de zuilen kapitelen met dat bekende, onherkenbaar geworden akanthusblad; het kon even goed een massief koolblad zijn of een gekartelde bananeschil. In minder botte vorm zal dit kapiteel de Franse gotiek binnendringen in de Notre Dame te Parijs, in Chartres, Reims, in Amiëns. Het zal zich ten slotte inheems gaan gedragen in België en Nederland. Er zijn andere klassieke motieven: de pilasters aan de hoofdingang hebben heuse kannelures; er is een architraaf en een persoonlijke opvatting van een tympan. In verschillende vertrekken zien we, atavistisch na zoveel eeuwen, het opus reticolatum, een Romeinse metseltechniek waarbij de koppen van de stenen vrolijk schuin liggen. - De schoorsteen binnen ziet er echter opeens ongemotiveerd oosters uit met zijn langzaam smaller wordende, heel spitse tovenaarshoed.