steeds door dezelfde straten. Niemand gaf acht op hem zoals hij ook op niemand lette.
Zo vergingen de jaren in vreugdeloze eentonigheid.
Op een dag echter kwam er een grote en schokkende verandering in zijn leven en dit door een omstandigheid, zo alledaags, dat het bijna belachelijk is ze hier te vermelden.
Op een van zijn zondagse wandelingen door de gebruikelijke winkelstraten, kwam hij voorbij een stoffeerderij, tevens verfwinkel. Het is niet te zeggen hoeveel malen hij reeds voorbij deze winkel was gelopen en ernaar had gekeken. Maar wel kan vermeld worden, dat hij deze nog nooit had gezien. Nu echter zag hij die met zijn hele wezen en hij was erdoor verrast en geschokt.
Dit is de banale gebeurtenis, die zijn gehele verdere levensloop bepaalde en radicaal veranderde.
In de etalage van deze kleine stoffeerderszaak lagen enkele stalenboeken geopend uitgespreid. Een gamma van heldere kleuren in verschillende nuances van donker naar licht, lagen daar de rode en blauwe, de gele en groene en grijze tinten voor hem en deden zijn hart sneller kloppen.
Als in een droomgezicht zag hij zijn sombere kamer, het vuile, grijze behang met het verschoten paarse bloempatroon en de grillige vochtvlekken. Hij zag zijn vale, zwarte costuum als representanten van de kleurloosheid van zijn gehele bestaan en plotseling overweldigde hem een allesbeheersend verlangen zich te omringen met kleuren; heldere en diepe, lichte en warme.
De mensen, als ze op hem gelet zouden hebben - wat ze niet deden, omdat het hun gewoonte niet was op iets of iemand te letten - zouden zich verbaasd hebben wanneer ze hadden kunnen zien hoe hij eensklaps rechtsomkeert maakte, zijn oude sloffende gang opgaf voor een stevige, verende tred, zijn handen niet langer kouwelijk en schuw weggedoken in zijn zakken en zijn ogen niet dwalend over de grond, maar gericht op de dingen rondom hem, alsof hij alles geverfd zag met de wereld der kleuren, die hij zojuist ontdekt had.
Op zijn kamer gekomen sloot hij de deur onmiddellijk af, hoewel dit een geheel overbodige maatregel was, want andere bezoekers dan eens per dag de hospita had hij nog nooit ontvangen - en ging met gesloten ogen op zijn bed liggen.
Toen hij glimlachte deden zijn kaken pijn, niet gewend aan deze gymnastiek. Hij dacht lang en diep na en steeds verrassender werden de invallen die hij kreeg, wanneer hij dacht aan de mogelijkheden de kleuren, die hij gezien had in zijn dagelijks leven toe te passen.
Als zijn omgeving de bekwaamheid had gehad zich over iets te verwonderen, maar dat had ze niet, dan zou ze zich de eerstvolgende maanden verwonderd hebben over het gedrag van deze mens. Rechtop liep hij, vrij keek hij om zich heen met alle tekenen van belangstelling voor de dingen, die hem omringden.