punt bent. U moet wel bedenken, dat het werktempo dat voor u gepland is volledig overeenstemt met uw konstitutie. U beschikt van nature nu eenmaal niet over paardekrachten. Hebt u wel eens van verbranding gehoord? Het is de basisreaktie van alle levensvormen. De verbranding levert aan uw cellen de energie die nodig is voor een gemiddelde arbeidsprestatie. Voor het werk dat u verricht is een snelheid van 1,9 km per uur berekend, het verplaatsen van de waarschuwingsborden inbegrepen. U moet niet denken dat onze arbeidsanalisten hier zitten om vliegen te vangen. Uw eetlust is normaal, u slaapt goed zegt u, het onderzoek heeft niets van belang opgeleverd. Dan zie ik maar één oplossing: dat u aan langzame dingen denkt. Noem eens wat langzame dingen’.
- Vliegen vangen, zei de man.
- Fout, zei de witte jas. U moet rustig nadenken.
- Als ik slaap.
- Hebt U zichzelf ooit zien slapen? Natuurlijk niet. Dus u moet wat anders bedenken. Hebt u uw vrouw ooit zien slapen? Goed; denk dan aan uw vrouw zoals ze slaapt. Of u neemt iets langzaams dat rondom u gebeurt. De zon verplaatst zich in een half etmaal van de kim tot de einder. Het gras langs de weg groeit 0,4 mm per dag. De haren op uw hoofd....’
Maar dat hoorde de man allang niet meer. Een zin had zich in zijn geheugen vastgezet, alsof het met een gloeiende naald op zijn schedel was geëtst: Denk aan uw vrouw zoals ze slaapt.
Er gebeurden veel langzame dingen langs Rijksweg 312, maar de man op het asfalt bemerkte het niet. De zon begon te klimmen achter zijn rug, het gras groeide met zus en zoveel duizendste milimeter per minuut. Er staple een man van de fiets op het separate rijwielpad en waterde uitvoerig tegen een paaltje. Verderop in de berm, tussen late brem en vroege dophei, streelde een jongen met langzame gebaren een asblond meisje. ‘Waarom doe je dat Filip, houd je van me?’ vroeg het kind. ‘Omdat je mooi bent’, zei de jongen met een vlam in zijn stem, ‘weet je dat je mooi bent?’
Deze langzame dingen gebeurden, maar de man bemerkte het niet. Hij zette eindelijk zijn streepmolen in beweging en hield zijn lichaam smal om niet geraakt te worden door langsrazende portierkrukken en bumperkrullen. Ik moet aan langzame dingen denken, dacht de man. Ik moet aan mijn vrouw denken zoals ze slaapt. Een vrouw als een dijk in een deinende berg dekens. Zij blaast belletjes met haar mondhoek en mijn vingers jaagt ze weg als vliegen.
Terwijl de man aldus in gedachten verzonken was gebeurden er dingen die hem nog nooit overkomen waren: hij betrapte zichzelf op ernstige fouten tegen het