Roeping. Jaargang 35(1959)– [tijdschrift] Roeping– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 695] [p. 695] Louis de Bourbon De cirkel To You, Eleanor d. B.F.T., whose little boy inspred this verse. Wie zal dit simpelst wonder weten tenzij die peilloos hebben liefgehad - wat 't oog niet ziet dat zal 't hart vergeten en wie zal ooit de vaart der sterren meten, de schrikkelbaan der zon bij Gilead? Geef het de namen van de sprakelozen: de boom van goed en kwaad - aardsparadijs - wat evenaart de gloed der dorenloze rozen wat smaakt nog als de geur der abrikozen die rijpten in de tuin van jeugd's paleis? En in die voortuin deed ik d'eerste schreden en lachte 't eerste lachen van 't kind - nu is de weg welhaast ten eind getreden en ik ben oud en moe en uitgestreden want wetend dat ik nergens waarheid vind. Maar nu, terwijl ik dwaal over de wegen de dorre wegen van de achtertuin - daar schijnt opeens de zon doorheen de regen met wankele passen komt een kind mij tegen twee armpjes reiken mij een oud konijn. Mijn liefde is in dit kind vlees geworden ik ben niet meer die daar zo even stond ik ben niet die ik ben, ik ben die ik moet worden ik ben die was en vóór mij al bestond. Nu, tussen bont behang van bloem en groen van bomen staat hij in 't looprek op 't mals gazon en ik lees in zijn ogen al mijn dromen nooit was ik zo na bij de levensbron. Vorige Volgende