Anton van Duinkerken
Karel van den Oever
‘Goed en slecht, lelijk en schoon, vlees en geest waren in hem aanwezig als twee personen, die om beurt of moeder of feeks waren en hem op de wang kusten, hetzij met een heilige-, hetzij met een zinnelijke mond, zodat hij geen woorden had om deze tweestrijd uit te drukken’.
Zo wordt ons de hoofdpersoon voorgesteld van een beknopte roman, die tegelijkertijd een geestelijk dagboek is van zijn schrijver. Het werkje heet Het Inwendige Leven van Paul, en is geschreven door Karel van den Oever. In zover het een verhaal vertelt met een ontknoping, is het niet zuiver autobiografisch.
De held wordt aan het einde kloosterling om een geestelijk tegenwicht te leggen in de schaal van Gods gerechtigheid, als Zuster Angelina de religieuze congregatie, waartoe ze behoorde, verlaten heeft. Tussen Paul en Angelina had in verleden jaren een persoonlijke genegenheid bestaan, die in het boekje niet beschreven wordt. Paul blijkt geen rijk-ervaren vrouwenkenner. ‘Het inwendig hart der christelijke vrouw begreep hij alleen door de minzame vrouwelijkheid van Maria’, verzekert hoofdstuk twaalf.
Bij het ontvangen van de eerste twijfelbrief van Zuster Angelina beseft hij nog niet meer dan ‘de gevaarlijke verhouding van twee zielen, gedoopt in dezelfde Christus’. Dit gebeurt in het voorjaar. De tweede brief bereikt hem daags voor 's Heren Hemelvaarts-feest, dus in het hart van de zomer. ‘Hij wenste bij haar voorlopig niet te onderkennen een sexuele reflex-beweging, die motorische verwarring teweeg bracht in de verstandelijke aanschouwing, welke onbewust [haar doel] bereikt buiten het zinnelijk gevoel’, vertelt de schrijver in opvallend moeilijke taal. Paul zal die voorlopige gesteldheid van zijn wil binnenkort moeten prijsgeven. De derde brief komt kort na Allerzielendag. Nu kan hij zich niet meer ontveinzen ‘dat haar vergissing hoofdzakelijk voortkwam uit een onbewuste, moreel-sexuele oorzaak, waarvan het onderwerp in zijn eigen persoon bepaald bleef’. Deze keer stuurt hij een duidelijk afwijzend antwoord, maar zonder het verhoopt gevolg. De winter brengt haar vierde brief met het beslissende bericht. Ze heeft het klooster verlaten. Dat ze gelovig katholiek zal blijven, is voor het minst onwaarschijnlijk. Ze wil ‘de innerlijke boodschap hoger stellen dan de kerkelijke’ en is nurse geworden bij een protestantse familie.
Paul daarentegen is diep overtuigd ‘dat niet elke innerlijke roep zuiver is en dat alleen een objectief gezag voorlichting geeft, als stem naast stem gehoord