Roeping. Jaargang 35(1959)– [tijdschrift] Roeping– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 618] [p. 618] Julienne Huybrechts Gedichten zo gaan de dagen, vingervlugge tovenaars. zo gaan de nachten, alsof zij cirkelen alsof zij van geen einde weten van geen begin herademen. er is een stad die op een woonboot van geluiden de weke kleur van regen draagt. mensen lopen haar in en uit tussen haar stenen rokken heeft het water zich te slapen gelegd. er is een lichaam. wij hebben het meer lief dan onze eigen huid - dit muziekblad voor gevoelige oren - wij kijken ernaar en angst luidt klokken in onze ogen. we zien ernaar, hoe het ademt, wouden en meren verschuivend met een losse vinger hoe het spreekt hoe het speelt met woorden maar nimmer de eigen taal verraadt. maar nimmer de eigen taal verraadt. [pagina 619] [p. 619] de dag is helder als een vonk van deze aarde losgeslagen. zie mijn zuster zon klinkt wijn met water samen. licht van hoofd streelt zij zich een goudgehuide minnaar. en wij zwervers in deze stad die neergehurkt zich de tanden bloot lacht. pakhuizen en boten. van geuren de vlaggen. van het zout der zee en van het zoet der aarde de kleuren. zozeer lieflijk de brosse schaduw langs het voorhoofd van de haven. o zozeer lijflijk de strakgeblazen wind bijna lichaamhard en ernstig als de gevierde vogels. en wij zonder elkaar zwervers voor het leven reizen wij elkaar met de zon tegemoet. omarmen wij getweeën de nacht die slechts haar zoete schaduw is. benoemen wij deze smaak van overmoed. [pagina 620] [p. 620] ik noem je naam. liefste. ik roep je. ik ben angst en ik roep je ik roep je aan de hese keel van de ochtend ik roep je onder een bolle hoed stadsrumoer ik roep je uit de bittere redding der slaap. ik roep je. ik ben een eenzaam dier. een zuster van de zon die in een zieke wikkel de dag betreurt. ik ben een vreemde. ik besta niet meer. ik ben een ligplaats van herinneringen. ik roep je naam. liefste. liefste. af en aan met mijn adem stroom je door mij heen. beweeg mij. bespeel mij. doe mij dansen. zeg zachtjes: godin, kleine vrouw, hoogheid zonder jou is geen land te bezeilen geen hemel te bestormen geen taal te verstaan. ik hoor je wel. ik hoor je wel. [pagina 621] [p. 621] lichaam denk. lichaam leef deze droom ten dode uit. denk naakt. denk naakt en onverstandig en weerbarstig als deze aarde waarop men aarzelend de handen legt. met deze ogen van ongelovig het gras ongelovig het suizende duister, het kaneelkleurige stof. met deze huid een gedempte schil van de zon. wij zijn vreemden lichaam jij en ik. en meer dan stof meer dan zand en zaad, maar wie niet die in zijn lichaam woonde als in een tent van koorts. maar wie niet die zich verliezen moest in dromen om elders te zijn, elders te komen, een nachtelijk reiziger, op de tong het brood ongebroken, het water kristal. mag liefde anders zijn. liefde zijn. smeken om elkander meer dan verwachten. water en brood binnen de tijd dragen. [pagina 622] [p. 622] konden wij het maar herkennen. water dat al wandelend wijn wordt. dood die geen dood is, maar slapen rusten onder een hand van zand achter een steen die als een vuist in het licht staat. omwikkeld met dromen als een die van ver gekomen de weg uit het einde gaat. konden wij het maar herkennen. de handpalm achter een rokende zon. handpalm van licht en duisternis vleugeldiepe schaduw schemerwater van in den beginne woord dat de wereld overwonnen heeft dat wereld is en alles wat geen wereld is. [pagina 623] [p. 623] je naam. je naam. maar wat zegt mij je naam. er zijn landschappen, lichtgestalten klanken van tedere dieren die zich beter laten benoemen en getrouwer hun naam zijn in een omslag van adem, en zich aan laten roepen uit handholten van pijn. ik weet wel; nabij zijn, nader bij dit lichaam zijn dan zijn keizerskleed van geuren, adem van taal zijn en armslag van licht is naamloos worden, is naamloos geworden een wonder benamen, stamelend, stervend van bomen het bloeien verstaan, en meer nog oren hebben voor het hijgen van de hoge hemel ogen en mond vol aarde van vuur, zonder huis zonder schaduw om in te wonen - weten dit is mijn land dit is mijn land heuvelland godsland. Vorige Volgende