Roeping. Jaargang 35(1959)– [tijdschrift] Roeping– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 424] [p. 424] Michel van der Plas Gras Ik heb mijn moeder honderd maal verloren. In dromen. In winters. En aan een stad. Aan andere kinderen, uit haar geboren,, en aan die vader, bevend liefgehad. Maar honderdmaal heb ik haar teruggevonden: languit voorover in gewoon groen gras, dat ademde en zwoegde of onbezonnen golfde als een lied, en golvend eeuwig was. Wees eindeloos, wees hoog, een en al armen. Grasmoeder, moedergras, trillend erbarmen. Achter ons staat de godenhemel rood. De wolken zeilen en de vogels zweven. Leer me nog met een hart teveel te leven, tot ik weer weg kan in uw beider schoot. Vorige Volgende