Roeping. Jaargang 35(1959)– [tijdschrift] Roeping– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 185] [p. 185] [Nummer 4] Joop van Breemen Gedichten Bomen I Daar is dan de voormalige hiërarchie der bomen, van oppermachtige hemeldiplomaten gedegenereerd tot armetierige don quichotten. Zie ze kwijnen in bermen en op trottoirs: kleinburgerlijke lijfeigenen van de onverbiddelijke stad, bleekzuchtige standwerkers van 'n onverschillige straat. Toch, de prilsten onder hen bejubelen elke vroege lentedag roekeloos als het nirwana der sferen. Bomen II De vrije bomen zijn oneindig meer dan Haydn of Bach, goddelijk is de gebarentaal van hun ademend wezen, hun geloof vertakken zij als organische levenskunst in de ruimte, zij zijn de plantaardige fuga der sferen. Waar zij ootmoedig hemelwaarts streven, ontvouwt zich het rythmisch wonder der groei, mysterie van de liefde gods die als vuur is in de lucht, als water in de rotsen. [pagina 186] [p. 186] De halszaak der minne Wie in hoger beroep gaat van het slepend proces der minne, hij zoemt alreeds de zomeravondmuggendans der eentonigheid. Maar reizen elders de stoelen daglevens van mensenleegte, voor mij is de halszaak der minne zaak van het hart geworden, hart waarboven aan een zijden draad het beulszwaard hangt. Koopman ben ik in liefde en aanverwante zaken: opdat de zomen van eros mij naar binnen zullen vouwen, breng ik lijnwaad dat met het licht des levens is ingelegd; omdat de plooien der minne mij voor zich ingenomen hebben, ben ik handelsreiziger geworden en leur met de dood. Ach, ooit het geheim van zilvren weemoed te ontroven aan het avondduister - als de maan zijn ivoren droomfluit heft en het silhouet der bomen een onderwereld orpheusliedren zwijgt. - Want zwarte vulkaankrater of neevlige bergcontour, altijd wenkt het betoovrend landschap der liefde mij verder en verder van huis. [pagina 187] [p. 187] De kinderstraat Als een kloek ligt de buurtkinderstraat zich te koesteren in het late zomermiddaglicht. Deze straat is het evenbeeld van die van vroeger: beurtelings ontluisterd en geliefkoosd door de eeuwige wisseling der seizoenen, vertelt zij als een volksvrouw haar historie; open boek van weemoed is zij, waarin vele naamloze levens voetstapsgewijs staan opgetekend. Zie, nu reeds dromen zij het eigen toekomstig perspectief, de moedermeisjes van straks, zij die zich morgen om een opgroeiend nageslacht zullen bekommeren; zie die sloofse kindervrouwen, levensechte stuiverromannetjes vol vlekken en ezelsoren, groezelige kaartspelen van illusie, beduimelde reisroutes vol erotische halteplaatsen: deze straat is uit verre zondvloed aangespoeld. Kleuterhandjes wenken achter dakramen hun vaarwel aan de grote wereld die als een arke noachs geschut wordt in de sluizen van het ondergaande licht. De hemel, alomtegenwoordig godsoog der tijden, houdt mij de spiegel voor waarin heden en herinnering dromenderwijs stuivertje wisselen. [pagina 188] [p. 188] H.B.S. Hoe barmhartig het zonlicht dat de pleisterplaatsen uit mijn jeugd met kruislatten van tijd heeft dichtgespijkerd. Zo de diergaarde van mijn H.B.S.-jaren waarin ik als verre soortgenoot eenzaam en onwennig tussen halfwas reebokken en stierkalvren verkeerde. Wel heeft het wankel zelfbesef van toen reeds lang plaats gemaakt voor basis van solider dromen, maar steeds nog als ik deze plek passeer, licht herinnering het hoedje waaronder weemoed zich metterwoon gevestigd heeft. Terugziend, signaleer ik als sluimrende curve het indifferente levensgevoel uit die jaren. Toch, mijn nadromend wezen kende momenten van diepe verwondring, verwondring om meisjesogen, pril tokio van 'n maagdlijke wereldochtend, verwondring om meisjesgestalten, pure voorboden van toekomstige lotsbinding. Ach, hoe onuitsprekelijk lief deze droomdierenkolonie die het niemandsland der klaslokalen mee bevolkte! Altijd kwelde mij de zielepijn om zeer bijzondere verlatenheden, verstoppertje spelend in lege lucifersdoosjes die vergeten langs de straat lagen. Maar de zon ontvouwde breedlachend zijn waaier over 'n wereld van groene bladerdaken; onverwoestbaar sliep mijn roodgedaakte jongenshuis. Vorige Volgende